Ik blogde al eerder over het composttoilet dat Joris gemaakt heeft. En dat we uiteindelijk op de plek gezet hebben waar ook de oude mijnheer zijn wc had.
Nou was die wc vast functioneel, maar erg decoratief aangekleed was het allemaal niet. Twee muren van het hokje waren van onafgewerkt cement, de derde van splinterige planken. Het plafond bestond uit een (doorzichtige) oude plastic voederzak, die onder een doorschijnende golfplaat in het dak zat. Daardoor was er weliswaar daglicht, maar in de loop der tijd was er het nodige vuil opgehoopt op en tussen de lagen plastic. Daardoor zat je toch een beetje met het groezelige gevoel dat er ieder moment rattenkeutels op je hoofd konden vallen. Bovendien was de plastic zak net niet breed genoeg. Dat was opgelost met een stuk karton, maar dat was in de loop der jaren scheef gaan hangen en krom gaan trekken.
En om het helemaal erg te maken: ergens erboven ontbraken wat dakpannen. Het water dat daar naar binnen kwam vond niet alleen via de lagen plastic en karton zijn weg de toiletruimte in, maar ook via de vloer. Want de betonvloer loopt af richting de voormalige wc. Met als gevolg dat na iedere bui de vloer blank stond met modderig water, wat op een toilet altijd onaangename associaties oproept.
Kortom: het composttoilet functioneerde uitstekend (geen stank en -tot mijn verrassing- zelfs geen vliegen), maar echt ontspannen zat je er niet.
Zondag hadden we een workshop “haren van en maaien met de zeis” op het erf. (Haren is het heel dun uithameren van het blad. Dat moet zo dun als een scheermes worden een dat krijg je met slijpen niet gedaan. Maar een zeis goed haren is een hele kunst!) Met zoveel bezoek in het vooruitzicht was het zaterdagmiddag hoog tijd om het toilet een beetje te beschaven.
Joris heeft eerst een stuk van de overkapping tussen de stal en de ‘noordschuur’ weg gehaald, zodat hij er bij kon. De overkapping en het dak van de stal vormden een soort V. Wat een hoop rotzooi had zich daar opgehoopt!
De golfplaten vielen zo uit elkaar toen we ze eraf haalden. Geen wonder dat het erdoorheen lekte! Zonder de golfplaten konden we ook het plastic-zak-plafond een beetje schoonvegen. We hebben het vervangen door een ander stuk golfplaat, wat we in één van de andere schuren vonden en wat nog wat heler was. Het kostte wat gepruts en gevloek om het op zijn plek te krijgen.
Binnen heb ik de cementmuren wit geschilderd. De muur van splinterige planken heb ik bekleed met prachtige eiken fineerplaten, waar we een voorraadje van aantroffen in één van de kleine slaapkamertjes. Het plastic plafond bleef groezelig ogen, maar leek wel een waterkerende functie te hebben. Dus voor de zekerheid hebben we het maar laten zitten en eronder ook een eikenfineer-plafonnetje aangebracht. Jammer van het daglicht, maar we hebben nu wel een toilet met een onvervalste Oostblok-hotel-look. Voor een wat vrolijker noot heb ik er maar wat vlaggetjes op gehangen.
.
Zaterdagavond ging het regenen – een mooie vuurproef. We liepen met zaklantaarns rond (het was intussen donker), maar HET BLEEF DROOG in het toilet. Het wekt nog steeds een beetje associaties op met de toiletvoorziening van een camping à la ferme anno 1970, maar dat is een hele verbetering ten opzichte van associaties met de toiletvoorziening van een zuidoost-Aziatische gevangenis.
En de workshop zeisen? Die was hartstikke leuk! Er werd druk gehaard, gemaaid, gewet en gestrekeld. Een enkel buitje mocht de sfeer niet verstoren en we sloten af met een lekkere BBQ. Veel geleerd, gezellige mensen en heerlijk gegeten. Wat geweldig leuk dat we zulke dingen op ons erf kunnen organiseren. Dank jullie wel John, Alef, Lieve, Yann, Ric, Cecile, Don, Gretchen, Jojanneke en Jasper voor deze geweldige dag!