Met zoveel hout van eigen land willen we natuurlijk in het nieuwe huis geen combiketel op gas meer ophangen. Sowieso hè, wie koopt er nog een gas cv? Dat is zóóó 2016!
In het nieuwe huis komt een hyperefficiënte massakachel met rocket-batch-box technologie, waarmee je met één mandje hout je hele huis 24 uur verwarmt. (Meer over verschillende soorten kachels kan je vinden op dit blog. Evelien komt tot dezelfde conclusie als wij). En het nieuwe huis wordt natuurlijk ook supergoed geïsoleerd. Dat is leuk en aardig, maar intussen moeten we komende winter nog even door in het oude huisje. Dat bestaat uit halfsteens muurtjes met een asbestplaat er tegenaan en dubbelglasramen waar je ook aan de buitenkant van het kozijn langs naar buiten kunt kijken.
De oude mijnheer had een houtkacheltje. Een best wel chique kachel, trouwens: een Intrepid II van Vermont Castings. Toen ik even ging googelen bleek het de Rolls Royce onder de kachels te zijn. Helaas was dit exemplaar niet zo goed behandeld. De buurvrouw had al gezegd dat als de oude mijnheer stookte de kamer blauw stond en het zelfs bij hen (100 m verderop) stonk. Geen wonder, want de kachel zat helemaal vol met as en halfverkoolde sap-pakken en was van binnen voorzien van een dikke laag teer, terwijl ongeveer de helft van het kachelkoord ontbrak. Toen ik de kachel had leeggehaald bleken ook de stookstenen te ontbreken en de achterkant gescheurd te zijn doordat hij te heet gestookt was. “Niets meer mee te doen”, was het vonnis van de kachel-reviseur.
Om even een massakachel te bouwen voor één winter gaat ons te ver. Dus hebben we een nieuw kacheltje aangeschaft. Een mooi klein gietijzeren Noors kacheltje (voor de kenners: de ‘Orion’ van Nordpeis). En de oude kachelpijp (die óók was voorzien van een centimeters dikke teerlaag, en die trouwens sowieso te smal was voor hedendaagse standaarden) vervangen door een nieuwe dubbelwandige flexibele pijp. Dat was trouwens wel even een gedoe, want de oude pijp was vastgezet in 15 cm dik, keihard gewapend beton. Geweldig, om daar liggend op je rug een gat in te proberen te boren. In dit geval liet ik de afdeling ‘steen en beton’ met liefde aan Joris over 🙂
Kachel is één, hout is twee. Onze houtvoorraad is met het huis in Amersfoort verkocht. Sloophout is er in overvloed, maar het meeste is geverfd of behandeld en dat stoken we natuurlijk niet. En heel veel zit ook zó vol met spijkers dat je het bijna als oud ijzer kan inleveren. En dat zagen we liever niet. Maar er is De Abeel.
In het Staatsbosbeheer-bosje stond langs onze ‘oprit’ een abeel (soort populier) waar ooit de kruin was uitgewaaid en die nu op halfzeven hing. We vonden dat een risico, want als hij ooit zou omwaaien zouden wij ons land niet meer op of af kunnen. Dus Staatsberenbos gebeld. Niets meer van gehoord, tot op een ochtend er opeens een joekel van een hoogwerker stond. In no time hadden de mannen de hele kruin eruitgezaagd. “Mogen wij het dikkere hout?” vroeg ik. Dat mocht.
Dus Joris heeft een weekend staan zagen. Nu moet ik nog kloven en opstapelen. Van hout word je drie keer warm zeggen ze.
De katten zijn het in elk geval al helemaal eens met de aanschaf van de kachel.