Ik loop hopeloos achter met het bijhouden van het blog. Er gebeurt gewoon te veel om op te schrijven!
Aska groeit goed, maar wat is het veel werk, zo’n hondje! Zeker in combinatie met de katten. Ze willen graag met elkaar spelen,. maar af en toe wordt Aska iets té enthousiast en grijpt ze Max met haar scherpe tandjes vast en schudt hem als een lappenpop (of een prooi) heen en weer. Dat moeten we haar natuurlijk afleren en dat valt niet mee!
Ook snapt ze op zich wel dat ze niet binnen moet poepen of plassen, maar het verschil tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ is nog niet helemaal helder. Dat kan ik haar niet helemaal kwalijk nemen, want dat ís ook een beetje diffuus. In de ‘tas’ bijvoorbeeld, regent het gewoon naar binnen en is de vloer onverhard. Zowel Aska als de katten beschouwen het daarom als een overdekt toilet. De dag begint dus meestal met drollen scheppen in de schuur (bij het licht van de mobiele telefoon…).
De eerste helft van oktober hebben we, stukje bij beetje, de ‘westschuur’ afgebroken. Nog een hele operatie, want het dak op durfden we niet, je weet nooit hoe wrak het is. Alle dakpannen heb ik er van binnenuit afgehaald. Dat was héél veel keer de ladder op en neer. De dakpannen hebben we bewaard, hopelijk is een deel nog bruikbaar voor op de nieuwe werkplaats.
Opvallend was, dat het pannendak aan de binnenkant ‘beschoten’ was met oude kunstmestzakken. Dat hebben we ook al op andere plekken gezien. Een prachtig staaltje van hergebruik: de zakken zijn netjes dakpansgewijs tussen de panlatten en de dakpannen verwerkt. Dat scheelde enorm veel tocht en ook lekkage. Alleen is er in de loop der tijd heel veel bladafval en stof tussen de dakpannen en de zakken gekomen en daar zijn muizen in gaan nestelen. Het was dus een vieze bedoening om alles van binnenuit naar beneden te halen!
Close up van het ‘dakbeschot’Overigens werkte het ‘dakbeschot’ niet helemaal. Op sommige plekken waren toch lekken ontstaan, en doordat al het water via het plastic naar die plekken getransporteerd werd waren er diverse balken behoorlijk doorgerot.
Hier is goed te zien dat de ‘Grote Eik’ echt ín de westschuur stond – en langzamerhand het dak uit elkaar gedrukt had.
De nok was ook op een interessante manier geconstrueerd: op de nokbalk lagen opgerolde kranten, die rond dakpanscherven gerold waren. Dat geheel was weer afgesmeerd met cement. Aan de hand van de kranten kon ik de schuur (of in elk geval het pannendak) dateren: de kranten waren uit de periode mei-juli 1955.
Vreemde nokconstructie, van kranten, dakpanscherven en cement.
Al het ongelakte hout gaat de kachel in: met het behandelde hebben we de zoveelste container gevuld. Toen de kapconstructie er eenmaal af was stond alleen het gebint nog. Dat was van duidelijk vele malen eerder gebruikt eiken. Vol met houtworm, maar nog altijd loodzwaar. Intussen was de houtcontainer vol, dus die balken liggen nog even te wachten op een nadere bestemming.
En toen was er uitzicht! Wat een ruimte en wat een prachtig gezicht, nu de ‘Grote Eik’ helemaal vrij staat. Jammer dat we er opnieuw een schuur gaan bouwen. Maar dat zal toch moeten, want we moeten een werkplaats hebben, om van daaruit straks het huis te bouwen. Aan het ontwerp van het huis zijn we ook heel hard bezig, maar dat volgt in een volgende blog.