Modder en nattigheid, fijn dorp en een warme douche

We wisten natuurlijk dat het ’s winters, en zéker de eerste winter, flink bikkelen zou worden. En dat is ook zo.  Want nadat afgelopen winter één van de droogste van de afgelopen dertig jaar was, hebben we nu volgens mij het natste najaar sinds járen. En dat brengt een aspect van het buitenleven op de voorgrond wat we wel hadden ingecalculeerd, maar waarvan we iedere keer weer versteld staan hoe hardnekkig het is: Modder.

In Amersfoort woonden we natuurlijk hoog en droog op de (voet van de) Amersfoortse Berg. Bovendien in de stad: alles netjes bestraat. Hier niet. Er is één héél klein stukje verharding achter de stal en op de meest gebruikte routes over het erf hebben we wat roosters neergelegd uit de ‘erfenis’ in de stal. Verder is het rond het huis onverhard. Van de zomer was het een grasveldje, en zelfs begaanbaar genoeg om de auto’s op te stallen. Maar na de aanleg van de riolering en alle regen en sneeuw die we daarna hebben gekregen is er van het gras weinig meer over. Wat overblijft is Modder.

Valt het op het erf nog op te lossen door hoge laarzen aan te trekken en wat loopplanken neer te leggen, onze bereikbaarheid met / voor auto’s blijft problematisch. Het pad zelf begint de eerste kuilen te vertonen (dat was verwacht en ingecalculeerd) maar is nog begaanbaar. Maar zoals al eerder gemeld: aan het eind van het pad moet je keren. En daarvoor is het weiland eigenlijk te zacht. Met als gevolg dat het helemaal is omgeploegd en dat er al diverse mensen hebben vastgezeten. We dachten  dat we het hadden opgelost met de kunststof rijplaten. Maar het blijkt dat zich daaronder water gaat ophopen. Geef je dan gas, dan kunnen de rijplaten wegschieten en graven je wielen zich binnen no time tot diep in de modder in. Met onze eigen auto’s gaat het tot nu toe nog wel, ook omdat we er rekening mee houden. Maar de postbode die een pakketje kwam bezorgen kwam vast te zitten zodat we de loonwerker weer eens moesten bellen om hem los te trekken. De postbode  wil nu nooit meer pakketjes komen bezorgen. Waarschijnlijk ontkomen we er dus niet aan om ook een parkeerhaventje met gebroken puin te maken.

 

Over de uitdagingen van de was doen blogde ik al eerder. Buiten drogen is nu natuurlijk geen optie meer. Maar binnen in het kantoortje, met de kachel flink opgestookt, droogt het best. Nadeel is alleen, dat het water in de lucht weer condenseert in het keukentje en de bedsteden tegen de koude muur van de stal aan. En daar letterlijk in straaltjes langs de muur loopt (samen met het lekwater wat nog steeds door het keukendak komt).

 

Sowieso is het erg vochtig. Hoewel de vloer van de stal droog is, het plafond met behulp van een plastic zeil waterdicht is gemaakt en de ruimte zéér goed geventileerd is, zagen we tot ons ongenoegen dat onderdelen van Joris’ dure zaag en vlakbank waren gaan roesten.

Ons geïmproviseerde onderkomen heeft natuurijk wel meer gebreken, die zich nu laten voelen. Zo blijkt, dat het ventiel van de gasflessen waarmee ons douchewater verwarmd wordt, kan bevriezen. Dat ontstaan er ijsnaaldjes uit het kleine beetje water wat in het gas zit opgelost. En die kunnen de gastoevoer verstoppen. Dan krijgt de geiser onvoldoende of geen gas en maakt hij het douchewater niet warmer dan een graad of 30 (in het gunstigste geval), of wordt het water opeens ijskoud als je al onder de douche staat (en dat is minder gunstig want het water is hier HEEL  KOUD).

Gelukkig blijkt dan dat we in een heel fijn dorp wonen. Diverse mensen hebben het gebruik van hun douche al aangeboden. Dat aanbod alleen al voelt als een warme douche! We hebben er ook daadwerkelijk gebruik van gemaakt en dat zal vast nog wel vaker gebeuren. Een warme douche, dat is Beschaving. En zulke hulpvaardigheid , dat is tekenend voor onze ‘mienskip’ (gemeenschap in het Fries en het Stellingwerfs).

Sowieso zijn we ontzettend blij met alle hulp en ondersteuning vanuit het dorp. Arnaud en Jan-Luc hebben ons met spierballen en een shovel al diverse keren uit de brand geholpen met zware karweien.  Onze directe buurvrouw Marja past op het hondje Aska als ik een dag weg moet. Joost en Monique waren hun tuin aan het herinrichten en hadden gaas over (wat ikgoed kan gebruiken voor de kippenren) en hardhouten vlonderplanken die precies de goede maat blijken te hebben voor mijn moestuinbakken!

Met die moestuinbakken kan ik nu trouwens eindelijk verder. We hebben dit weekend een karweitje geklaard waar we al twee maanden tegenaan hikten: de stam van de hulst uit de moestuin halen. Die stam is vier meter lang en loodzwaar, maar omdat we ‘m in het nieuwe huis willen gebruiken willen we hem graag heel houden. Maar ja, hij lag in de moestuin (waar nu een degelijk hek omheen staat met een smalle deur) en moest omhoog, zijdelings door die deur en een bochtje om gemanoeuvreerd.  Met behulp van twee hefbomen, een oude krik van de oude meneer, een rijplaat, drie spanbanden, veel blokjes hout, de bus en de nodige zweetdruppels zijn we er met ons tweeën in geslaagd om hem naar de ‘zuidschuur’ te verplaatsen. Daar kan hij nu rustig verder drogen.  En ik kan met de planken van Joost en Monique mooi de overige vijf moestuinbakken gaan aanleggen. Wel eerst nog een heel regiment eikenzaailingen verwijderen…

Ook staan inmiddels alle hoogstam fruitbomen. Nu de laagstammen nog. Komende vrijdag ga ik meer ‘landschappelijk’ plantgoed halen: onder andere elzen, lindes en sleedoorns.

En we zijn  eindelijk begonnen met het uitgraven van de fundering voor de nieuwe werkplaats. Wat fijn om weer wat progressie te boeken!

En tenslotte hebben we op zondagmiddag zéér genoten van het ‘Kerstival’ van De Hoeve. Een heuse kerstmarkt in en rond het dorpshuis, met glühwein, natúúrlijk een levende kerststal,  workshops kerststerren maken en wol spinnen, verkoop van kerstspullen door kunstenaars, ambachtslieden en ondernemers uit het dorp, een zweefmolen,  rondrennende engeltjes, rendieren en kerstmannen, lekkere hapjes en héél veel gezelligheid. Dit alles vrijwel continu begeleid door live muziek door Het Koor Van De Hoeve (waar ik ook in meezing!) en brassband Crescendo uit het nabijgelegen Steggerda. Wat heeft een mens nog meer nodig?