We hebben de afgelopen dagen hard gewerkt aan het leeghalen van het huisje. De smerige lagen tapijt en zeil zijn eruit gehaald (daaronder lagen kranten uit 1962 op de vloer – een leuk doorkijkje naar het verleden. We hebben ze niet bewaard, want we gaan er vanuit dat de Leeuwarder Krant wel ergens digital gearchiveerd zal zijn).
Daarna was de beurt aan het tussenwandje-met-inbouwkast tussen de twee kleine slaapkamertjes. Dat leek als één van de weinige onderdelen geen zelfbouw – het zat verbazend degelijk vast. Al het overige inbouwmeubilair, zoals de keukenkastjes en de hoekkast in de ‘eetkamer’, waren duidelijk zelf gemaakt van op de kop getikte onderdelen.
De voorzetraampjes (afkomstig uit het ouderlijk huis van onze buurvrouw, volgens haar zeggen) die tegen de slaapkamerraampjes gespijkerd waren gingen eruit (wat de ventilatie en het uitzicht aanmerkelijk verbeterde).
En toen konden de saneerders aan de slag voor de derde ronde asbestsanering: de betimmering aan de binnenkant van de twee slaapkamertjes en de aangebouwde ‘eetkamer'(waar wij onze kantine hadden). Dit is een (dure!) ‘binnensanering’, dus moest met alle heisa worden uitgevoerd: De hele kamertjes afgeplakt tot een soort tent, waar 14 pascal onderdruk op kwam te staan en waar de als maanmannetjes uitgedoste saneerders eerst moesten douchen vóór ze weer in de buitenlucht mochten komen. Daarna stond de pomp nog de hele nacht te loeien en de volgende dag kwam er een onafhankelijk bureau luchtmonsters nemen (wat ook twee uur duurde) en meten, vóór het geheel werd vrijgegeven en de hele santenkraam weer kon worden afgebroken.
(Nu wil ik de gevaren van asbest niet bagatelliseren, maar als je er dan bij bedenkt dat de oude mijnheer continu overal stukkies asbest tegenaan timmerde en zaagde en overal stukkies asbest had rondslingeren en dat hij op zijn 96e lichamelijk nog kerngezond is, zij het dan in hoge mate dement, dan vraag je je toch af of het wellicht niet een heel klein pietsje doorgeslagen is allemaal…)
Nu de asbest weg is, is goed te zien dat het huisje echt niets voorstelt. De originele woonkamer heeft nog muren van 1 steen dik – de muren van de aanbouw waar de 2 slaapkamertjes in zaten (oorspronkelijk waarschijnlijk de keuken) en de later eraan gebouwde ‘eetkamer’/ kantine zijn maar een halve steen dik. Langs de kunststof kozijnen met dubbel glas (duidelijk zelf geplaatst) kan je zó naar buiten kijken.
Door de nattigheid van de asbestmannetjes-douche komt het behang op de muren van de woonkamer er zó af. Er zitten kranten onder, zelfs nog uit 1989! Ik herinner me dat mijn moeder me omstreeks die tijd vertelde dat er ‘vroeger’ kranten onder het behang geplakt werden. Voor de oude man was ‘vroeger’ in 1989 duidelijk nog niet afgelopen.
De kranten uit eerdere jaren geven weer leuke inkijkjes in het verleden.
Er moet nog één plaat asbest gesaneerd worden voor we echt kunnen gaan afbreken: die zit als dakbeschot onder de pannen van de kleine kamertjes. Dat is een ‘buitensanering’, die weer om andere heisa vraagt: tot 5 m rondom moet alles opgeruimd en schoongemaakt, het gras kort gestrimd en aangeharkt worden, opdat een visuele inspectie goed mogelijk is.
Nou moesten we toch opruimen, want er heeft zich zo langzamerhand van alles rond het huisje opgehoopt wat toch weg moet vóór we kunnen gaan slopen. Het verwijderen van de pannen was eng, we kunnen niet op die plaat gaan zitten. Joris heeft ze zo ver weg gehaald als hij vanaf de steiger kon reiken./ Hopelijk nemen de asbestmannetjes er genoegen mee.
De oude man had een ingenieuze constructie gebruikt bij de dakafwerking (windveer): Hij had oude kunststof goten (van weer andere buren) over de verrotte windveren heen gelegd en verzwaard met ijzeren pijpen. Bijzonder…