Afgelopen week hebben we zoveel mogelijk hout uit de boerderij verwijderd. Alles wat niet constructief was kon weg. Plafonds, plinten, de schoorsteenmantel, vensterbanken, lijstjes, randjes, tussenwandjes…
Het leverde af en toe hilarische situaties op. Bijvoorbeeld toen Joris bezig was het hardboard plafond van de oude werkplaats eruit te slopen en ik hem kwam zeggen dat het kippenhok met een lekke band staat (op zich al een aparte mededeling). Net op dat moment kwam de hoek van het plafond naar beneden, waar onder het schuine dak nog wat zooi bleek te zijn weggestouwd. Waaronder een gloednieuw autowiel, nog in de verpakking… Helaas bleek het niet op de as van de kipcaravan te passen.
Toen ik het verlaagde zachtboard plafond van het keukentje eruit haalde bleek ook daar het één en ander te zijn weggestopt. Diverse doosjes diepvrieszakjes, een verpakking plastic bekertjes, een doosje Douwe-Egberts spaarpunten en een Trommeltje. Een Schat? En ja hoor, in het trommeltje twee Beursjes. Met daarin wat oude Wilhelmina- en Julianamuntjes. Een een briefje waarop in een beverig handschrift de inhoud vermeld staat. Helaas klopte het niet helemaal, de schrijver / schrijfster van het briefje had de twee Wilhelmina-guldens voor rijksdaalders aangezien.
En dan het hardboard plafond van de woonkamer (ons voormalige kantoor). Daarboven bevond zich de open ruimte van de zolder. Maar dat was zo’n gore boel dat we ons daar nog niet echt in hadden gewaagd. Op het hardboard bleken kranten te liggen. Daar bovenop een paar planken, zodat er her en der over gelopen kon worden. Bijvoorbeeld om emmertjes neer te zetten waar het dak lekte. Over het geheel heen waren glaswoldekens gelegd ter isolatie, met daar overheen weer stukken landbouwplastic. Af en toe was er ook nog het één en ander aan de welbekende zooi op terechtgekomen (potjes, oude kleren, buizen, lege plastic zakken…). Daarin was een dier (ratten? bunzing?) gaan nestelen. Die had daar jaren lang gewoon in een heerlijk nest van fijngeknaagde kranten, oude kleren, plastic zakken en glaswol. De perfecte plek om dode vogels op te peuzelen (toch een bunzing dan, waarschijnlijk).
Uiteindelijk heeft Joris een gat gezaagd in het plafond, waar ik van bovenaf (op die planken) zoveel mogelijk van de smerige stoffige stinkende bende doorheen heb geharkt. In vuilniszakken gestopt en afgevoerd. Daarna kon de rest van het plafond eruit. Al met al weer een hele houtcontainer vol gekregen, ook alle niet meer bruikbare planken die al tijden op een hoop buiten lagen. Dat ruimt lekker op.
Zaterdag was het tijd voor een eerste kennismaking met de mobiele puinbreker. Op het erf ligt namelijk al sinds anderhalf jaar een gestaag groeiende hoop puin. We kunnen dat goed gebruiken om het pad te verstevigen. Als de boerderij straks wordt afgebroken hebben we nog veel meer puin. Maar zou het inderdaad rendabel zijn om het zelf te breken? Veel mensen raden ons aan om het ‘gewoon’ af te voeren. Maar dan moeten wij dus ook ‘gewoon’ weer puin aanvoeren, want het pad zal voor het bouwverkeer nog wel wat verstevigd moeten worden en met 300 m oprijlaan heb je aardig wat puin nodig. Tijd om de proef op de som te nemen en een mobiele puinbreker te huren.
Onze buren hebben hier meer ervaring mee en vonden het leuk om te komen helpen. Het kostte eerst nog wel wat moeite en gevloek om hem aan de praat te krijgen. Hij werd zonder gebruiksaanwijzing geleverd en we zagen per ongeluk de olietank aan voor de brandstoftank. Er moest dus eerst nieuwe olie in. Maar toen ging het ook als een zonnetje! Onder luid gerommel verknaagt het ding kapotte stoeptegels, bakstenen, hele stukken muur, dakpannen, bloempotten, halve slijpstenen en brokken beton tot een prachtige grondstof voor het pad. Alleen… de grootste kuilen in het pad zitten 300 meter verderop. Heen en weer rijden met kruiwagens bleek niet effectief; mijn armen vielen er bijna af maar we konden het tempo van het grommende monster niet bijhouden. Uiteindelijk hebben we het gestort in het voormalige slaapkamertje. Daar ligt het prima en we kunnen het rustig met de trekker verplaatsen. Wat ons betreft een succes; de muren zijn geen afval, maar grondstof voor de toegangsweg.
Hulde aan Marja, Jos en Rob voor het helpen. Nu hebben we allemaal spierpijn…