Toen ik in 2017 begon de moestuin aan te leggen, ben ik allereerst begonnen met Een Hek. De hazen en de reeën liepen toen nog over ons erf. En mijn ervaring is, dat als dieren eenmaal weten wáár er iets lekkers te halen valt, ze onder, over en dóór barrières gaan om erbij te komen. Maar als ze om te beginnen al een hek tegenkomen gaan ze niet door roeien en ruiten om uit te vinden of daarachter misschien malse kropjes sla staan.
Ik begon daarom met 1.20 m hoog groen gaas. Dat viel niet al te erg op, dacht ik.
En ik hergebruikte een toegangshek van een oud kippenhok. Van 2 m hoog. Met het idee dat als de reeën toch nog over het gaas zouden springen ik er ook nog wat draden boven zou spannen.
Dat was allemaal heel functioneel. Maar eigenlijk ook wel lelijk. Best wel erg lelijk. En sinds Aska waakzaam loopt te blaffen op het erf laat er zich geen ree of konijn meer zien.
(We vermoeden dat het niet alleen aan Aska ligt. Sinds vorig jaar het grasland aan de andere kant van onze houtwal werd omgeploegd zijn de reeën uit de houtwal verdwenen. Nu staan er aardappels aan de andere kant, waar regelmatig de gifspuit overheen gaat. Tja, het leven op het platteland…)
Ook had ik éindelijk uitgevogeld hoe groot de moestuin precies moest worden. Eén hoek was namelijk nog wat onbestemd, daar stond een wilde kersenboom ongeveer precies op de lijn waar de moestuin moest eindigen. Die heb ik drie zomers achter elkaar ‘rond gestoken’ en in maart 2020 verplaatst. (Hij stond te dicht bij de eik om mooi volwassen te kunnen worden. En nu staat er tenminste een boom van enig formaat bij het huis.)
En dan was er nog het Vraagstuk van de Eenden. Onze Indische loopeenden Leentje en Wouter zijn al zes jaar bij ons in dienst om de moestuin vrij van slakken te houden. Dat doen ze uitstekend. Helaas lusten ze ook wel graag wat boerenkool of een kropje sla bij hun slakjes. En als ze toevallig iets in het vizier krijgen aan de andere kant van het bed met jonge worteltjes, dan gaan ze echt niet om de jonge worteltjes heen lopen, maar walsen ze er vrolijk met hun platvoeten overheen. De eenden jaarrond ín de moestuin was dus niet optimaal.
De oplossing: eenden óm de moestuin. Rond twee kanten van de moestuin (misschien in de toekomst drie) hebben we nu een zone waar de eenden vrij kunnen rondlopen. In die zone ligt ook de sloot aan de voet van de moestuin, dus als daar ’s winters water in staat kunnen ze er ook nog zwemmen. ’s Winters mogen ze de moestuin in en zeven ze zorgvuldig alle slakkeneitjes uit de houtsnipperpaden. ’s Zomers paraderen ze door de ‘eendenzone’ en wee de naaktslak die denkt vanuit de poel richting mijn broccoli te glibberen!
Toen dit lumineuze idee bij ons opkwam hadden we daarvoor speciaal nóg een verplaatsbaar ‘pluimveenet’ gekocht. Het werkt inderdaad perfect. Maar zo’n net als entree van het erf oogt ook uiterst armoedig. Zeker in combinatie met het gaashek, dat her en der schots en scheef aan een ratjetoe van tijdelijke paaltjes was bevestigd.
Tijd dus voor een Mooi Hek. Zo’n mooi ‘Engels’ kastanjehouten hek. Bij de Hekkerije in Drenthe leverden ze allerlei maten, en ook mooie toegangspoortjes. Begin april, tijdens de lockdown, begon ik welgemoed met het plaatsen. Omdat de staanders voor de poortjes wat uit elkaar getrokken zouden worden door het opspannen van het hek maakte ik mooie kronkelige schoren van eiken takken.
Maar omdat ik óók druk bezig was in de moestuin zelf, en met de schapen, en de lammeren, en de melk en de kaas en de voorbereidingen voor de kalkhennep, was het opeens juni. En stond het gras kniehoog en was de moestuin teveel dichtgegroeid om het hek te kunnen afmaken.
Dus stonden de drie overgebleven rollen hekwerk mij al een half jaar verwijtend aan te kijken. Maar nu het november is en de moestuin langzaam in elkaar zakt kon ik er weer bij. En terwijl Joris een Mooi Huis maakt, maak ik eindelijk mijn Mooie Hek af.