Regenwater

Hoera, het regent! Half april begon ik me al weer zorgen te maken… zouden we weer een te droog groeiseizoen krijgen? Maar gelukkig – de afgelopen weken kwam het met bakken uit de hemel. En van het dak.

Het water van ons dak wordt nog steeds door middel van geïmproviseerde oude dakgoten (die bij elke windvlaag loswaaien) enigszins van het huis weggeleid. Waarbij een deel wordt opgevangen in IBC-containers, die niet alleen verschrikkelijk lelijk zijn maar na drie stevige regenbuien boordevol zitten (het is nu eenmaal een nogal groot dak…) en overlopen, zodat het pad in een modderpoel verandert. Hoog tijd voor een beter systeem.

Het mooist is natuurlijk om het water op te vangen zodat je het in droge tijden in de moestuin kunt gebruiken. Met ons dak en onze moestuin heb je dan wel een serieuze hoeveelheid opslag nodig. Een paar IBC-containers stelt niets voor, daar zijn we in no time doorheen. Een container van tienduizend liter komt al meer in de buurt. Bovengronds is dat een lelijk gevaarte. En een ondergrondse tank is peperduur (als je ‘m al hier krijgt).

Bovendien, met de huidige lange droogteperioden is zelfs tienduizend liter niet toereikend. Daarom hebben we al in 2018 een bron laten slaan. Feitelijk gebruik je dan de grond als waterreservoir. (Zolang je niets afvoert via het riool, maar dat doen we ook niet want we hebben geen riool.) “The cheapest way to store water is in the soil” zeggen ze in het Engels.

Alleen is het water uit die bron nogal zanderig en rijk aan ijzer. Door het zand hebben we intussen al vier zwenksproeiers versleten. En het ijzer maakt niet alleen hekjes en paden bruin, maar zorgt ook dat de planten de voedingsstoffen niet goed kunnen opnemen. Dus dan kan je wel water geven, ze groeien alsnog niet.

Op een permacultuurproject dat ik vorig jaar bezocht, was om die reden een lange vijver / wadi gegraven. Die werd in droge tijden volgepompt vanuit een grondwaterbron. Het zand en ijzer uit het grondwater sloeg neer in de vijver terwijl het richting de moestuin stroomde. En aan de andere kant werd het enigszins ‘gezuiverde’ water opnieuw opgepompt voor de gewassen.

Dat leek mij ook een mooie oplossing. Een vijver die in natte periode kan dienen om het hemelwater van het dak op te vangen en in droge tijden om het zand uit de grondwaterpomp te laten bezinken. Om het ijzer te laten neerslaan heb je wel behoorlijk wat oxidatie-oppervlak nodig. Maar dat kan je in een kleine vijver oplossen door het grondwater, wanneer je het in de vijver pompt, over een bed met schelpen te laten lopen.

Bovendien heeft water de prettige eigenschap dat het waterpas ligt. En omdat de moestuin veel lager ligt dan het huis betekent dat, dat een vijver op het lage deel van het erf die doorloopt in de moestuin, dáár een verhoogd bassin zou zijn. Ideaal om even een gieter doorheen te halen zonder te bukken. Vooral met een brede rand waar je even op kunt gaan zitten om te genieten van de aanblik van de moestuin.

Zo gezegd, zo gedaan. Toen Jochem in maart hier was om het huis op de septic tank aan te sluiten heeft hij meteen even een diep gat gegraven op de grens van erf en moestuin. Daarna heb ik er van oude stoeptegels stapelmuurtjes omheen gebouwd, waarbij ik zo goed mogelijk heb geprobeerd ze precies waterpas te maken. Een klus die weken in beslag heeft genomen, telkens wanneer het een beetje redelijk weer was en ik wat tijd had.

Daarna met de schop nog wat bijgewerkt, beschermdoek en folie erin en water erin. Een aandachtspuntje was het hek rond de moestuin. Dat wilde ik niet onderbreken, maar moest daarom ondersteund worden ín de vijver. In de vijver ligt daarom ook een stapel stoeptegels. Het was lastiger dan gedacht om die op de goede plaats èn horizontaal te krijgen. Dat heeft ettelijke vijverbaden gekost (de vijver stond toen al halfvol water) natuurlijk net in die periode in april dat het zo vreselijk koud was.

En tot slot afwerken; in de moestuin relatief strak met oude verweerde stoeptegels, op het erf met de vele zwerfkeien die ik de afgelopen jaren heb verzameld, en daar tussen in met ‘urbanite’; stukken gebroken oud beton. Nu moet het geheel nog een beetje begroeien met rotsplanten tussen de tegels en moerasplanten in de vijver en dan ben ik heel tevreden met hoe het er uit ziet.

Aan de ‘erf-kant’ heeft de vijver een flauw oplopende oever, zodat te water geraakte diertjes eruit kunnen komen. Daaronder bevinden zich een paar plateaus, waar ik manden met waterplanten op kan zetten om het water helderder te maken. Aan de ‘moestuin-kant’ zijn de wanden steil naar beneden – bijna twee meter diep. Zelfs als het bassin maar halfvol is, kan je daar nog makkelijk een emmertje (of een pomp) in laten zakken.

Als het bassin vol is, loopt het over aan de kant van de moestuin. Daar wordt, door mulchen en bemesten, de grond steeds rijker aan humus. Dat houdt het water ook vast. Dus zo blijft overtollig water daar waar het het hardst nodig is.

Het is nog wel de vraag of de los gestapelde muurtjes niet teveel gaan werken bij vorst. En in droge perioden zal het folie onvermijdelijk zichtbaar worden (en daarmee ook aangetast door het UV-licht). Dus misschien moet ik een keer een versie 2.0 verzinnen – er is altijd ruimte voor verbetering. Maar nu gaan we eerst maar eens leidingen aanleggen van de regenpijpen naar de vijver, zodat het water van het dak mooi wegloopt.