Er zijn van die klussen, die heel erg zwaar zijn, maar ook heel erg leuk. Of althans, het resultaat is om heel erg blij van te worden. Dat zijn gevaarlijke klussen, omdat overbelasting van de gewrichten op de loer ligt. Leemstuken is een goed voorbeeld. Het betontegelmozaïeken blijkt er ook zo eentje.
Tot mijn verbazing had ik na het slepen met 2000 kilo betontegels niet eens zo héél erg last van mijn elleboog. Dus ik ging vrolijk verder met het maken van een stapelmuurtje en het aanleggen van een pad.
Maar na een paar dagen begonnen de pink en ringvinger aan mijn rechterhand toch wel erg te tintelen. Volgens dr. Google een beschadiging van de elleboogzenuw. Hmmm, misschien toch maar even pauzeren met dit project dan. Het pad eindigt dus nog een beetje in het niets. Dat geeft tijd om even rustig te bedenken hoe het verder moet gaan worden 😉
Waarom nu opeens een terras? Er zijn toch wel andere prioriteiten? Die paar rijplaten voor de openslaande deuren voldoen toch wel even?
Ja en nee. Eén van de zaken die ik deze winter wilde doen is het verplanten van een aantal fruitbomen. Sinds ik in 2017 de eerste bomen aanplantte heb ik mijn ideeën over de inrichting van het terrein toch wat bijgesteld. Toen had ik nog geen schapen en dacht ik dat een voedselbos net ten noorden van het huis een goed idee was. Maar nu ik ’s zomers twee keer per dag de schapen naar de melkstal probeer te dirigeren wil ik vooral zoveel mogelijk schapenweitjes dicht bij het erf hebben. Dus sommige bomen moeten er weer uit. Dat zijn met name halfstam fruit- en lage notenbomen.
Tegelijkertijd wil ik aan de voorkant van het huis eigenlijk wel heel graag wat lage bomen planten. Bijvoorbeeld halfstam fruit- en lage notenboompjes…. 😉 . Maar die kan ik pas planten nádat de grond op hoogte is en de verharding is aangebracht.
En sowieso wil ik heel graag wat structuur aanbrengen vóór het huis. Daar lopen wij (en de bouwvakkers) nu nog kris kras in en uit, waarbij we de grond overal aanstampen. Enige geleiding in de vorm van een pad maakt dat ik dan ook goed voor de rest van de grond kan gaan zorgen. En eindelijk Een Stukje Tuin kan gaan aanleggen. Bovendien zou het Erg Fijn zijn als we het komend voorjaar eindelijk een tuintafel op een recht stukje ondergrond kunnen zetten. Kortom, in de Volgorde Der Dingen dobberde opeens het terras richting de bovenkant van de prioriteitenlijst.
Nu ben ik al mijn hele leven weg van flagstone-achtige terrassen. Maar natuursteen is natuurlijk een weinig ecologische keuze, want dat hebben we in Nederland niet (en moet dus geïmporteerd worden met CO2-brakende dieselschepen). Wat hebben we wel? Beton! Van gebroken beton kan je heel leuke dingen maken die nauwelijks voor natuursteen onderdoen. In de VS hebben ze er zelfs een hippe term (met een vleugje natuursteen-ambitie) voor bedacht: ‘urbanite’. Ze hebben er daar ook heel veel van, want veel driveways en trottoirs zijn daar gewoon van beton, niet van tegels zoals hier. En die zijn zo af en toe aan vervanging toe. Maar met gebroken (grote) tegels kom je ook een heel eind.
Toen we de boerderij afbraken heb ik een deel van de schotsen betonvloer bewaard. Tot ongenoegen van de kraanmachinist (‘Wat moet je in vrédesnaam met die rommel? Gooi toch gewoon in de breker!’) en van Joris (‘Is het zo niet genoeg?’) Die schotsen waren namelijk veel groter dan je ooit van gebroken tegels zou kunnen maken. En hoe groter, hoe stabieler. Maar goed, eerst moest het huis gebouwd, dus de betonschotsen werden opgeslagen op het ‘achterweitje’ achter de werkplaats. Waar er al snel van alles vóór kwam te staan, wat daar óók werd opgeslagen…
Om een verbinding te maken met het lager gelegen deel van het terrein waar je vanuit de keuken op uitkijkt wilde ik graag een aan drie kanten verzonken terras. En nu eens níet rechthoekig, maar een enigszins onregelmatig ovale vorm. En een pad wat daar logisch omheen kromde. Best lastig om de juiste plek te bepalen.
Jochem hielp om de contouren uit te graven.
Vervolgens hebben we een zandbed van 18 cm scherp zand (hier vlak uit de buurt) aangebracht, aangetrild en precies op hoogte gebracht.
Omdat het terras voor ongeveer driekwart omsloten wordt is het belangrijk dat water richting het open gedeelte naar het gras afloopt.
En toen straten. Toen we het beton uitlegden bleek al heel snel dat we véél te weinig hadden. Ik had dus niet naar Joris en de kraanmachinist moeten luisteren drie jaar geleden 😉 . We besloten om het materiaal wat we hadden te verdelen over het terras en het stoepje tussen terras en keuken, zodat ik het zelf verder zou kunnen invullen met gebroken tegels. Het pad maak ik dan in zijn geheel van gebroken tegels.
Ik was erg blij dat Jochem hielp om die loodzware stukken beton precies op de juiste hoogte en het juiste afschot te brengen. Dat kostte ons nóg een hele dag!
(Na een paar uur merkte hij op “Ik begrijp wel waarom ze van natuursteen op betonklinkers zijn overgegaan…” )
Intussen had ik Marktplaats afgestroopt. In Wolvega wilde iemand een enorme partij grote grindtegels kwijt van 60 x 60 cm. 35 kg per stuk… Tja, hoe groter tegels, hoe mooier schotsen je ervan kunt maken. En hoe meer van hetzelfde, hoe éénvormiger de uitstraling. Dus heb ik op één zaterdag drie busladingen á 16 tegels opgehaald. In totaal bijna 2000 kg beton door mijn handen…
Gelukkig was er een beloning: de installateur had het bad aangesloten! Man man man, wat was dát heerlijk!
En daarna het mozaïek maar invullen. Liefst met zo groot mogelijke stukken, maar tegels breken niet altijd zoals je wilt. Her en der liggen er nog best grote naden tussen. (Dat was natuurlijk ook een nadeel van het feit dat we eerst de grote brokken hebben verdeeld over het vlak. Als je aan een zijkant begint en dan één kant op werkt kan je de stukken zorgvuldiger op elkaar aansluiten. ) Ik heb daarom de naden ingewaterd met een zand-cementmengsel en niet alleen met zand. Achteraf was met grind misschien nog beter geweest. We live and learn…
Al met al ben ik toch zeer content met het resultaat. Nu nog even een muurtje van halve stoeptegels er omheen stapelen en het pad naar de voordeur óók met mooie mozaïekstukjes aanleggen. En dan kan ik eindelijk aan de echt belangrijke zaken gaan werken: grond en planten.
Begin november zijn de collectoren voor de zonneboiler op het dak gelegd. Het was nog even puzzelen wáár ze precies moesten komen. Bij het ontwerp van het huis waren we er vanuit gegaan dat alleen aan de voorkant van het huis één dakraam zou komen. Alle ruimte dus op het dak voor zonnecollectoren en zonnepanelen.
Maar sinds we regelmatig allebei hardop zitten te Zoom/Teams-vergaderen zijn twéé werkkamers toch wel handig. En daarvoor is dus ook een tweede dakraam nodig. Bovendien hebben we (na bij héél veel mensen informatie ingewonnen te hebben) uiteindelijk niet drie, maar vijf zonnecollectoren geplaatst. En er moet natuurlijk ook nog ruimte blijven voor de zonnepanelen. Goed dat Joris het hele huis in Sketchup heeft staan.
Intussen draait de hele installatie van zonneboiler, kachel en buffervat een maand. Het grootste deel van die maand was het bewolkt, en moest alle warmte van de kachel komen. Maar op de paar dagen dat de zon scheen zagen we dat het buffervat dan een enorme impuls krijgt. (Ondanks dat het ongeveer de kortste dagen van het jaar waren en dat het intussen vroor!). Dat is fijn: het betekent dat we in het voor- en najaar bij zonnig weer misschien überhaupt niet hoeven te stoken, of alleen maar om de dag. De warmte van de zon is dan voldoende om het buffervat op te warmen en via de vloerverwarming (en invallend zonlicht natuurlijk) de woonruimte te verwarmen. Mits we niet teveel warm water verbruiken natuurlijk.
Het vinden van de juiste balans daarin wordt nog een kunst. Maar de afgelopen maand heeft de temperatuur van de woonruimte gefluctueerd tussen de 18 en de 20 graden. En dat is nog zónder deuren, grotendeels zónder isolatie in de binnenmuren en zónder de toegevoegde warmte van bewoners en apparatuur. Met één keer per dag een uurtje de kachel branden! (Maar natuurlijk ook nog zónder warm water-verbruik.)
Uiteraard is de houtvoorraad bij dit alles heel belangrijk. Hout hebben we zat (we moeten deze winter nog verschillende zieke bomen rooien`), maar het klein maken is veel werk en we hebben nog onvoldoende houthokken om het te laten drogen. Ooit moeten die komen waar nu nog de stacaravan staat. En ik moest iets anders vinden dan een bijl om het hout te kloven. Vonden mijn elleboog en schouder.
Ik was daarom erg blij, toen ik op Marktplaats een zelfgemaakte houtklover aantrof. Zo’n klover zonder elektriciteit stond al lang op mijn verlanglijstje. Maar ze zijn niet te koop, je moet ze zelf maken. En lassen kunnen we geen van beiden. En we hebben al zoveel projecten…
Hij is iets minder krachtig dan ik eigenlijk had gehoopt, dus voor het echte grote werk moet er misschien toch nog een hydraulische klover komen. Maar voor het nog kleiner maken van relatief kleine stukken (de kachel werkt het best met hele kleine houtjes) is dit een stuk minder belastend voor rug, schouder en elleboog dan de kloofbijl. Van hout word je drie keer warm, zeggen ze dan…
Iedereen een heel erg goed , gezond en gelukkig 2022 gewenst! Wij waren (en zijn) zo hard bezig met klussen, dat we niet aan het maken van kerstkaarten zijn toegekomen. Of aan het bijhouden van dit blog…
Joris heeft de muur langs de kelderingang gemaakt. Die ingang is met opzet vrij krap, zodat er boven de keldertrap extra bergruimte is vanuit de inloopkast. Samen met Barbara hebben we vervolgens een groot deel van de binnenmuren van houtvezelisolatie voorzien. Dat is zowel voor thermische als akoestische isolatie. En het werkt: de warmte blijft nu alweer een stuk beter in het voorhuis!
Het was nog een heel gepuzzel, want de isolatie moest er strak in en de vakken hebben allemaal nét een wat andere breedte.
De trap staat intussen ook. Zorgvuldig ingepakt in karton, vanwege al het gestamp van bouwvakkerslaarzen. Heerlijk dat we niet meer de hele tijd de ladder op en af hoeven!
En er zit een (tijdelijke) deur in de wc. Want toen het opeens koud werd, werd het composttoilet weer heel onaangenaam, zo met die vrieswind langs je billen. Wat een luxe, om dan binnen naar de wc te kunnen! Het fonteintje moet nog opgehangen (en we moeten ook nog even een plaatje op het doortrekmechanisme zetten), maar voor het eerst na viereneenhalf jaar kunnen we weer naar een ‘gewone’ wc.
Ik heb de haakse slijper weer tevoorschijn gehaald en de eiken balken boven geschuurd, zodat we de ‘tijdelijke woonkamer’ kunnen gaan afwerken.
De zwevende vloer ligt er helemaal in. Nu nog aftimmeren rond de ramen, de dakkapel isoleren, alles afwerken met folie en aftimmeren…
Verder ben ik hard buiten bezig. Via Meer Bomen Nu heb ik twee dagen zaailingen van brem, berk, larix, grove den, vlier en Robinia mogen uitsteken op plekken waar die teveel waren. En die boompjes moeten nu natuurlijk ook weer allemaal geplant. Ik heb de eik op het erf gesnoeid en een heleboel hout verzaagd voor de kachel. Nu nog kloven…
En de goten zijn schoon gemaakt, de moestuin is leeggeruimd, de schapenstal uitgemest, het helofytenfilter is gemaaid, al het maaisel dat daarbij vrij kwam is versnipperd… eindelijk begint het erf een beetje winterklaar te worden. Al komt er nog altijd geen eind aan de klussenlijst. We hoeven ons ook in het nieuwe jaar niet te vervelen!