Leemweek

We begonnen de leemweek dus ietwat minder georganiseerd dan gepland. Joris vertrok op maandagochtend nadat hij met mij de schapen had gemolken en Aska had uitgelaten naar de houthandel, om hout te halen om rei-latjes van te maken. Intussen arriveerden Tjeerd, Kees, Joram, David en Bart. Eerst moest dus nog van alles worden voorbereid: latten gezaagd en aangebracht, plafonds afgeplakt…

We wilden op de kalkhennep stuken met lokale leem. Maar die had ik óók niet goed kunnen voorbereiden.

Joram en Joris hadden de avond tevoren brokken leem te week gezet. Maar bij het uitproberen bleek dat er wel heel veel stenen in zaten. In de leem die ik tot nog toe had gebruikt viel dat wel mee, maar blijkbaar was dat een gelukkig toeval geweest. Het was niet alleen natuurlijke steen, maar ook gewoon rotzooi (puin, plastic). Blijkbaar had de boer destijds de leem niet zo zorgvuldig van zijn bult geschept. En het zeven kostte wel heel veel tijd en moeite. We besloten dat het voor de workshop toch handiger was om nog een bigbag basisleem uit Emmen erbij te bestellen.

Intussen begonnen de heren met de eerste lagen hechtleem op de OSB-wanden. Door het hete weer droogde de hechtleem vóórdat de jute wapening erin aangebracht kon worden. Ook een leerpuntje! We gingen daardoor erg snel door de hechtleem heen.

Maar na de eerste aanloopperikelen ging het geweldig. Zelf kon ik natuurlijk nog geen troffel optillen, maar wat werd het móói!

’s Avonds lekker eten, met veel dank aan Bart en Willemien, die de catering voor hun rekening namen toen ik daar nog niet in staat was. Gelukkig kon ik al wel weer wat eten!

Op dinsdag zaagde Joris de kalkhennep rond de ramen weg (héél veel stof!). Dan eerst voorpleisteren (waarin Bart zich specialiseerde), wapening aanbrengen en nog een laagje leem er overheen.

Geert brengt de jute wapening rond een raam aan
Intussen waren Ben en Joram bezig met de kalkhennep muur in de slaapkamer, ook daar volvlaks jute wapening…
… waarna de gebroeders David en Joram gezamenlijk in recordtempo de hele bijkeuken pleisterden.

Op woensdag kregen we versterking van Mireille, die als een speer door de lastige hoekjes heen ging. Op donderdag steeg de temperatuur tot boven de 30 graden. De drogende leem hield het huis wel lekker relatief koel…

Toen Joris eenmaal niet meer als manusje-van-alles hoefde rond te rennen kon hij helpen met het aanmaken van de leem

Goed eten draagt altijd in hoge mate bij aan de sfeer! Onder de bomen op het achtererf was de koelste plek. Toch was de hitte dusdanig afmattend, dat in de loop van donderdag en vrijdag iedereen vertrok. Mireille en Geert hebben nog geholpen het huis op te ruimen en enigszins schoon te maken. En toen waren we weer alleen, in een huis met prachtige drogende leem-muren…

Ziek!

We waren dus héél hard aan het werk met de voorbereidingen voor de leemweek. In de hitte. Op dinsdag had ik alle meubels naar boven gesjouwd, zodat we op woensdag de kalkhennep rond de ramen konden modelleren (daar komt namelijk zo gruwelijk veel stof bij vrij dat je het op 1 dag allemaal achter elkaar wilt doen op een moment dat je meubels niet in de ontvangende zone staan), op donderdag zouden kunnen opruimen en vrijdag, zaterdag en zondag hadden voor boodschappen en eten voorbereiden.

Om 16.30 dacht ik: “OK, ik heb nog een half uurtje, even snel de kampeerplekjes uitmaaien, dan de schapen doen, koken, en dan kan ik na het eten nog even de tuin water geven.”

Dat ging niet goed.

Na 10 minuten kwam ik bijna kotsend van de buikpijn de maaier af. Ik heb in huis een half uur luidkeels liggen gillen. Joris was in de werkplaats bezig, met de zaagmachine aan en gehoorbescherming op, dus die wist van niets. Maar toen hij binnenkwam voor een biertje een heel zachtjes “hééélp” hoorde uit de kamer schrok hij zich een hoedje.

“Ga maar naar het ziekenhuis” adviseerde de dokterswacht. Daar dachten ze (18.30) aan een blindedarmontsteking. Maar om dat te bevestigen moest er een echo gemaakt worden (20.30). Op de echo zag de blindedarm er prima uit. Toch ook nog een CT scan (21.30). Nog steeds geen duidelijkheid (22.30). Wachten op de gynaecoloog van dienst om een baarmoederontsteking uit te sluiten. Maar die zat in een ingewikkelde keizersnede en kon me pas rond middernacht onderzoeken. Gedurende die uren steeg mijn temperatuur richting de 40 graden, breidde de buikpijn zich door mijn hele lijf uit en kreeg ik ook een aanval van hevige diarree. Het verplegend personeel had het nogal druk, want er bleven maar ambulances komen en op de gang lag iemand urenlang te schreeuwen, dus ik graaide zelf maar wat schone lakens uit een kast. Rond 02.00 hoorde ik dat ze me maar in het ziekenhuis wilden houden. Tegen 04.00 werd ik een zaal ingereden.

Enfin. Op woensdag is op verschillende manieren geprobeerd om mijn stilgevallen ingewanden weer op gang te krijgen maar omdat dat niet lukte werd op donderdag toch tot een kijkoperatie besloten. Die vond uiteindelijk pas donderdagavond laat plaats, omdat er geen OK vrij was. Het bleek dat er een stuk dunne darm verkleefd was geraakt met de baarmoeder en dat er daar ook een ontsteking zat. Dat is allemaal schoongemaakt en opgeruimd en de antibiotica die ik al kreeg zijn er op aangepast. Vrijdag mocht ik weer vloeibaar eten en zaterdag weer alles eten (sinds dinsdagmiddag had ik alleen maar vocht via het infuus gekregen). Toen ik weer mocht eten knapte ik snel op en zondagochtend mocht ik weer naar huis.

Al die tijd liep Joris zich de benen uit het lijf om de schapen te melken en verzorgen (die natuurlijk hun reguliere melkster eisten en bovendien om de haverklap ontsnapten omdat het schrale gras hen niet beviel), de moestuin in leven te houden, ontploffende komkommers, boontjes, courgettes en tomaten te oogsten, Aska, de kippen en de eenden tevreden te houden, heen en weer te pendelen naar het ziekenhuis en samen met de leem-deelnemers te beslissen of we de leemweek zouden laten doorgaan of niet. Gelukkig vond iedereen het overkomelijk als de voorbereidingen niet helemaal 100% zouden zijn.

Dus een paar uur nadat ik thuis kwam arriveerden Geert de leemstukadoor en mijn geweldige ouders die me de eerste dagen met de catering zouden bijstaan en kon het volgende avontuur beginnen. Wat een rollercoaster…  

Droogte – het vierde jaar

In 2018, 2019 en 2020 zuchtten we onder droogte en hittegolven. 2021 was een uitzondering: een ‘gewone’ Nederlandse zomer, zonder hittegolven en met regelmatig een (flinke) bui. Maar nu is de klimaatverandering weer helemaal terug.

Voor onszelf is het grote verschil dat we niet meer in een kleine stacaravan wonen waar de temperatuur tot 41 graden oploopt, maar in een royaal huis wat met een beetje aandacht (’s nachts alles open, ’s ochtends alles weer dicht) redelijk koel te houden is. Maar het land zucht weer onder het geweld van de zon. De schapen ook.

De boompjes die het afgelopen jaar zijn geplant zijn vrijwel allemaal dood. En ook veel oudere bomen laten weer hun blaadjes vallen alsof het herfst is.



De poel valt bijna droog. En voor de schapen is er nauwelijks gras meer. De rammen weid ik nu langs de rand van het verpachte land (daar staat nog wel gras, maar dat is natuurlijk van de boer). Daar kunnen ze boomblaadjes eten en hebben ze ’s middags schaduw. Helaas vinden ze dat maar niets en ontsnappen ze om de haverklap. Verder uiteraard veel gesleep met emmers water. Alsof we nog niet genoeg te doen hebben met de voorbereidingen voor de leemweek…

Afscheid van de stacaravan

Vandaag zijn we een mijlpaal gepasseerd waar we al heel lang naar uitkeken: de stacaravan is weg!

In 2017 hadden we natuurlijk niet gedacht dat we 5 jaar in die stacaravan zouden bivakkeren. We hadden gewoon snel een oplossing nodig. Een woonunit plaatsen mocht niet. Dus Joris bedacht: een stacaravan achter de boerderij, half in de noordschuur geschoven, die is niet te zien vanaf enige openbare weg.

In Heerenveen stond er ééntje waar eigenlijk niets aan gedaan hoefde te worden. Precies groot genoeg voor 2 personen, met een best aardige keuken en badkamer, een slaapkamer waar ons eigen bed in kon en een woonkamer waar onze eigen bank in paste. Alleen, hoe krijg je dat ding op ons terrein in De Hoeve?

Het pad naar het achtererf was namelijk maar 2,5 m breed, met aan de ene kant de boerderij en aan de andere een betonnen waterput. En de stacaravan was 3,5 m breed. Dus de caravan moest achterlangs. Waar het erf nog vol schroot lag. En eerst moest nog het asbest van de voorkant van de noordschuur gesaneerd (dat was onderdeel van de eerste ronde asbestsanering) en de waterleiding aangelegd. Zou allemaal kunnen, want de stacaravan hoefde pas eind juni (2017 dus) weg uit Heerenveen.

Alleen, toen meldde de verkoopster opeens dat hij toch eerder weg moest. Want de buren gingen eerder bouwen dan gepland en hij moest over dat terrein.

Dat was een gedenkwaardige dag… Heel vroeg op, aanhanger voor het klompenhok gehuurd in de Noordoostpolder. (Uiteraard was de aanhanger die we hadden gehuurd er per ongeluk toch niet,etc. etc.) Op naar Heerenveen, waar de verkoopster de caravan al ‘transportklaar’ had gemaakt. De transportfirma die we in de arm hadden genomen tilde het klompenhokje op de aanhanger, die werd achter de bus gekoppeld en wij gingen op weg naar De Hoeve (over de kleine weggetjes, want met dat gevaarte durfden we niet over de snelweg).

Net toen we De Hoeve inreden haalden we firma Klomp weer in!

Daarna was het héél spannend om eerst de Ratellaan in te komen (ik hoor de mannen nog roepen: “Je had maar twee centimeter ruimte bij die boom, man!” “Ja nou? Twee centimeter is ook ruimte, toch?”) , toen ons perceel op te komen en daarna dwars over het veld en achteruit het erf op. Het was te spannend om foto’s van te maken. Maar toen stond-ie zo:

Hier had-ie dus ècht niet doorheen gepast.

Nadat het asbest gesaneerd was moest-ie in de noordschuur gemanoeuvreerd (wat de mannen héél netjes deden) en nog een keer gesteld.

En toen hadden we een tijdelijk onderkomen op onze (verder nog volstrekt onbewoonbare) plek! We noemden het ‘ons eilandje van beschaving’, want zo voelde het echt. Een plek waar water (wárm water!) uit de kraan kwam, waar de vloer schoon was en waar een boekenkast, een bank en een bed met schone lakens allemaal pasten.

Natuurlijk waren er in het begin wat kinderziektes… zo vielen de kunststof plaktegeltjes in de badkamer van de muur. Dat losten we op door er in de douche domweg een stuk vinyl met montagekit overheen te plakken en er voor de rest niet teveel naar te kijken.

We zagen erg op tegen de winter in de stacaravan. (We wisten toen nog niet dat we er uiteindelijk vijf winters in zouden wonen…) Maar gordijnen in plaats van de kille grijze lamellen en een warm wollen kleed op de vloer deden wonderen. Met de pelletkachel aan was het best uit te houden.

We raakten volkomen aan ons kleine huisje gewend. Al was het natuurlijk improviseren. De combi-magnetron stond in een speciaal op maat gemaakt kastje, waar de TV op stond. Zo paste het allemaal precies. En als je de eettafel uit de kast trok kon je er zelfs met vier personen aan tafelen!

Het nieuwe huis bouwden we wijselijk wat meer naar achteren. Dan zou in íeder geval de stacaravan er te zijner tijd weer uit kunnen!

Dit jaar in mei hebben we de stacaravan op Marktplaats gezet. Binnen drie weken was hij verkocht. Het was dan ook ècht een gezellige ruimte. Ook al is hij na vijf jaar intensief gebruik wel toe aan een opknapbeurt…

Afgelopen vrijdag kwam de koper alvast het klompenhok loshalen. Dit keer geen transportbedrijf, maar gewoon met de eigen trekker (zijn trekker, niet de onze).

Heel spannend, precisiewerk op de vierkante centimeter… maar het lukte zonder caravan of klompenhok te beschadigen!

En toen moesten ze natuurlijk meteen even proberen of het ook lukte om de caravan zelf van zijn plek te krijgen…

Dat paste ook maar net. En ik had echt de lelijke rhododendrons willen weghalen vóór de caravan verplaatst zou worden… maar voor we het wisten (nou ja…) stond hij vóór het huis!

Vandaag was dan de grote dag. Er kwam een loonwerker met een ècht grote trekker en een dieplader. Die werd op het lage stuk van het weiland geparkeerd, zodat de stacaravan er vanaf het hogere deel van het pad op zou kunnen rijden. Anders was het te steil.

Caravan weer aankoppelen en daar gaat-ie!

Er óp krijgen kostte nog wel een paar uurtjes, en heel wat zweetdruppels.

Puzzelen om ‘m met plankjes nèt hoog genoeg te krijgen…

Net níet hoog genoeg… nog een centimeter te laag!

Domweg opgekrikt met een stang.

En toen met een touw op de dieplader getrokken.

Nog even duwen om ‘m goed symmetrisch geplaatst te krijgen…

Wij vonden het doodeng, maar hij stond!

Klompenhokje weer op de ‘kleine’ trekker gesnoerd… en dat was het laatste wat we van de stacaravan zagen. Weer een hoofdstuk afgerond!