In februari, tijdens de natte moesson, dreigde ons helofytenfilter onder te lopen. Daarom heb ik toen een geul gegraven door de dam tussen de ‘eendensloot’ en de ‘sloot naar de Linde’ om het water weg te laten lopen, Die geul kreeg al snel de naam ‘het Suezkanaal’ en lag al driekwart jaar open.
Het leek ons namelijk wel zo handig om er een duiker door te leggen vóór we de dam weer herstelden, in verband met toekomstige overstromingen. Er ligt ergens een duiker in de dam, waarschijnlijk geplaatst met de ruilverkaveling eind jaren ’60, maar die ligt veel te diep. Diep onder de bodem van het Suezkanaal. Zo diep is de bodem van de sloot al lang niet meer. (En dat hoeft ook niet, wat ons betreft. Gezien de droge zomers die we tegenwoordig hebben houden we het water liever wat langer vast.) Die oude duiker is dan ook al lang dichtgeslibd. Vandaar de overstromingen.
Het dichtmaken van dat Suezkanaal is op zich een fluitje van een cent. Het pijnpunt zat hem in de duiker. Maar gisteren heb ik me er eindelijk toe gezet om 2 grote PVC pijpen van 5 m lengte en 20 cm doorsnee op te halen. Ik vind het altijd vreselijk eng om te rijden met die dingen boven op de bus, ondanks dat ik ze goed had vastgezet met spanbanden. Ze geven namelijk een heel enge fluittoon af, als je harder rijdt dan 50 km / uur. Ik heb daarom een binnendoor-route door zoveel mogelijk dorpjes genomen op de terugweg van Drachten.
Dus. PVC buis op maat gezaagd, geplaatst, gelijmd en geul weer dichtgegooid. Meteen de stronken weggehaald die daar al anderhalf jaar lagen in elkaar te zakken en de brandnetels en bramen die er doorheen waren gegroeid. Weer iets wat van de klussenlijst af kan.
Natuurlijk staat er nog véél meer op de klussenlijst, en natuurlijk zijn we dagelijks heel hard bezig om (tevergeefs) te proberen die lijst korter te krijgen. Maar de meeste klussen leveren minder leuke blogkopjes op.