Wat is dat toch met eind februari? Het lijkt wel of dat altijd een periode is waarin er van alles mis gaat.
Neem nou deze week. Dinsdag arriveerde het nieuwe aanrechtblad. In de juiste kleur. Het zou tussen 11.30 en 14.30 komen. Prima. Ik moest om 14.45 een vergadering in, maar de vorige keer was de chauffeur er helemaal aan het begin van het geplande tijdslot dus dat zou vast wel goed gaan.
Om 14.00 belde ik toch maar even. Want Joris was niet thuis, dus ik zou samen met de chauffeur de twee (loodzware) aanrechtbladen naar het gastenverblijf moeten sjouwen. En dat doe ik liever niet met haast. “Ik ben er over vijf minuten!”
Het werden er tien, maar dat was nog prima. Voorzichtig tilden we het eerste blad over de ongelijke grond. Toch wel erg zwaar, maar het ging goed. Toen het tweede (langste, dus zwaarste stuk). Dat stond in zijn houten omtimmering op zijn kant in de wagen. De chauffeur trok het naar zich toe, de balk aan het eind schoot los, de chauffeur kukelde achterover op op zijn rug op de laadklep en het blad viel om.
En brak.
De arme jongen was er nog meer kapot van dan het blad zelf. Maar ja, gebroken is gebroken. We hebben zo snel mogelijk overlegd met de leverancier en de fabrikant en het uiteindelijk toch maar uitgeladen (dat was met name voor de chauffeur een niet-arbo-verantwoorde toer. Hoewel ik zelf ook ’s nachts wakker werd van een protesterende schouder).
Nu maar hopen dat het gelijmd kan worden. Wij vinden een klein scheurtje visueel wel acceptabel (mits het even stevig wordt). Anders wordt het weer 10 weken wachten. En nog meer grondstoffenverspilling op ons geweten.
Ik schoof enigszins geagiteerd mijn Zoom-meeting in.
Op woensdag wilde ik de hal gaan stuken.
Nu hebben we twee ondergronden: kalkhennep en OSB. Leem hecht prima op kalkhennep, geen probleem. Op de OSB is dat anders. Daar moet je als onderlaag ‘hechtleem’ gebruiken, een leem waaraan cellulose is toegevoegd. Soort van leem-lijm dus. Dat gebruik je voor de eerste laag, waarin je ook de (jute of glasvezel) wapening aanbrengt. Als dat droog is kan je er overheen stuken met gewone leem. Geert heeft het in zijn blog over de leemworkshop allemaal uitvoerig uitgelegd.
Maar die hechtleem is best wel prijzig. En volgens mijn ‘clay plaster’ boekje zou je een dergelijk effect ook moeten kunnen bereiken door wat gekookte tarwebloem aan gewone basisleem toe te voegen. Dat heb ik van het najaar geprobeerd en het leek uitstekend te werken. De ‘homebrew hechtleem’ hechtte prima en droogde keihard op. So far so good. We hebben zowel vertikale wanden als de schuine stukjes boven de kalkhennepwanden ermee voorbereid. Het maken van een mooie overgang vergt namelijk wel wat stappen in de voorbereiding. Ik heb geprobeerd die weer te geven in de plaatjes hieronder.
(1) Allereerst vul ik de kier tussen de OSB-platen en de kalkhennep op met een mengsel van schapenwol en leem. Een soort natuur-kit. Laten drogen. Dat heb ik van de zomer al gedaan.
(2) Vervolgens kan je daaroverheen vast een eerste beetje leem aanbrengen. Laten drogen.
(3) Daarna (of tegelijkertijd) breng je hechtleem aan op het OSB. Laten drogen.
(4) Dán kan je een eerste leemlaag aanbrengen over het geheel, met een (jute of glasvezel) wapening erin om het verschil in werking tussen de materiaalovergangen op te vangen. Weer een paar weken laten drogen.
(sorry, dit lukte me niet goed om in Powerpoint weer te geven)
(en stap 3 en 4 kunnen ook tegelijkertijd)
(5) En als dat droog is, kan je de laatste laag aanbrengen en mooi glad afwerken.
Ik had dus stap 3/4 (deels) uitgevoerd met homebrew hechtleem. Maar nu ik stap 5 wilde uitvoeren, bleek dat die toch onvoldoende hechtte. Bij het aanbrengen van de volgende laag maak je de leem weer nat. En toen het gewicht van de laatste leemlaag eraan kwam te hangen stortte het geheel naar beneden.
Op de vertikale OSB-wanden trouwens net zozeer. Alles kwam weer naar beneden. (Ik heb geen foto van de ravage gemaakt…)
Tja, dan is er maar één ding aan te doen. Alles er af halen en weer opnieuw beginnen. Met officiële hechtleem graag, dit keer. In Nijmegen had iemand nog 11 zakken over, die te koop waren voor een vriendelijke prijs. Daar rijdt Joris wekelijks langs, dus we maakten vast een afspraak.
Die avond keek Joris eens goed naar het deurtje dat hij voor het gootsteenkastje heeft gemaakt. Waarom werkt de tip-on-sluiting niet naar behoren?
Het deurtje bleek kromgetrokken. Ondanks dat het twee lagen eiken planken zijn, die tegendraads verlijmd zijn met 8 cm lange dwarse deuvels erin. Grrr. Tot zover onze chique massief eiken keukenonderdelen.
Op vrijdag dacht ik de bijkeuken te gaan stuken. Daar heb ik op 20 januari, samen met Anja, stap 4 uitgevoerd. Kostte toen ook wat moeite, maar het was netjes opgedroogd.
Aanvankelijk leek alles goed te gaan. Maar helaas. Ook hier kwam de stuclaag weer los bij belasting. En nam, uiteraard, alles mee zover als de wapeningsnetten reikten.
Héél diepe zucht.
Alles goed nat gemaakt en alle homebrew hechtleem van het OSB afgestoken. En daarna een halve dag opgeruimd en schoongemaakt. De leem kan je gewoon hergebruiken (na een nachtje weken) , dat is niet zo erg. Het wordt wel lastig om de wapeningsnetten (die ter plaatse op maat geknipt zijn) weer goed te krijgen. En om de overgangen weer goed te krijgen, want nu zit op sommige plekken teveel, en op andere plekken nog géén leem.
Joris gooide zijn agenda om en is direct richting Nijmegen vertrokken om de hechtleem op te halen.
Ik heb niet eens heel erg naar de fles gegrepen. (Wat is nu één glas walnotenport?) Maar ik zit nu wel met frisse tegenzin te kijken naar het schuine stukje in de keuken, boven de openslaande deuren. Daar zit ook nog homebrew hechtleem. En dat moet er dus ook nog af. Vóór ik het vergeet en er overheen probeer te stuken.
De moraal van dit verhaal? Probeer niet al te eigenwijs te zijn. En bezuinig niet op materiaal. En haal af en toe je schouders op. Wat is nu een dagje extra stuken of drie aanrechtbladen op een heel leven?