Mei vliegt -weer- voorbij

O jee, het is al weer juni! Net als ieder jaar ging mei veel te snel. Er is zoveel te doen in deze tijd!

De moestuin groeit de pan uit. Met het mooie weer moest ik veel water geven. En toen het ging regenen begon het onkruid aan een inhaalslag. Maar het ziet er prachtig uit dit jaar, dankzij een laag nieuwe houtsnippers op de paden en champost op alle bedden.

De Woudlopers (een natuurclub voor de kinderen uit het dorp) kwamen eind mei een dagje kijken (en lammetjes knuffelen en leren leemstuken).

De lammeren groeien voorspoedig. Ik ben dus weer aan het melken en kaas aan het maken. Wat fijn dat het nu in de bijkeuken kan, in plaats van in de (veel kleinere) stacaravan. En wat heerlijk dat ik nu een kelder heb om de kaas te laten rijpen!

Joris tovert iedere week nieuwe stopcontacten, waardoor er steeds minder kabels over de vloer hoeven te liggen. En hij heeft een schitterende deur gemaakt van oude eiken vloerplanken (7 jaar geleden opgehaald uit Barneveld, toen twee jaar onder de overkapping in Amersfoort gestaan, mee verhuisd naar De Hoeve en nu eindelijk gebruikt). Het was wel wat meer werk dan verwacht… Er moeten nog 2 zulke deuren komen maar dat gaat nog even op de lange baan.

Wat er wel is gekomen is het tweede dakraam! Dat ging opeens heel snel… Erg spannend weer, een gat in het dak maken, maar het is gelukt. Nu is het veel lichter boven en in de hal! We wachten nog op de zonnepanelen, maar die laten veel langer op zich wachten. Leveringstijden zijn volkomen onvoorspelbaar momenteel.

Intussen verhuizen we rustig door. Telkens een stukje, tussen de overige werkzaamheden door. De grote buffetkast verhuist naar zijn plek in de keuken, waarmee in de bijkeuken plaats komt voor de lundia-kast die als boekenkast dienst deed, en vervolgens ontstaat in de woonkamer ruimte om de eigenlijke boekenkast op te bouwen.

Langzamerhand komen steeds meer spullen te staan op de plek waar ze uiteindelijk moeten komen. Al geldt voor álle spullen, dat ze daar toch nog weer een keer uit de weg zullen moeten als we gaan leemstuken. We zouden daar natuurlijk op kunnen wachten met ‘verhuizen’, maar we willen toch wel graag over. Na vijf jaar hebben we gewoon genoeg van de tijdelijkheid van de stacaravan. Nog een poosje kamperen in eigen huis kan er ook nog wel bij.

Slapen is het enige wat we nog in de stacaravan doen. En die staat intussen op Marktplaats! Als de stacaravan weg is kunnen we weer grote slagen gaan maken met het buitenwerk: de schapenschuur, noordschuur en het varkenshok moeten leeg en afgebroken, het achtererf op hoogte gebracht en bestraat en dan kan er een nieuwe schapenstal gebouwd worden. We zijn nog lang niet klaar…

Verhuizen in slow-motion

“Wonen jullie er nou nog niet in?!”
Nee, we wónen nog steeds niet in het huis. Maar we zíjn er al wel heel veel. En er gáát ook steeds meer naar het huis. Elke dag verhuist er wel iets van de caravan of de werkplaats naar het huis. En blijft daar dan ook.

Toen we in oktober de boeken hierheen haalden hebben we die, doos voor doos, minimaal 48 uur in de vriezer gezet, om eventueel aanwezige zilvervisjes (en eitjes) te doden. En daarna op de zolder van het nieuwe huis. Waar ze in januari gezelschap kregen van de opgeruimde kerstversiering.

Mijn ouders kwamen in maart logeren, toen verhuisden de logeerbedden van de zolder-boven-de-werkplaats naar de toekomstige logeerkamer. En een paar weken later ook alle slaapmatjes, reserve beddengoed etc.

We hebben al sinds de winter allebei een werkplek in het huis ingericht. Joris op de toekomstige studeerkamer, mijn werkplek is nog in de toekomstige woonkamer.

Joris is prachtige deuren aan het maken van oude eiken vloerplanken. Daarvoor had hij meer ruimte nodig in de werkplaats. Dus toen verhuisde ook de rest van het kantoor, inclusief de boekenkast, naar het huis. Dat maakt het direct een stuk huiselijker. HOERA! Eindelijk (een deel van) mijn boeken weer onder handbereik!

De afgelopen jaren hebben we héél veel potjes opgespaard. Maar doordat die in allemaal op elkaar gestapelde dozen zaten kon ik nooit de juiste maat potjes vinden die ik nodig had. Maar nu is er in de kelder eindelijk ruimte om te sorteren! Doos voor doos verdwijnt van de werkplaatszolder…

Met Pasen hebben we de keuken opgesteld. De stelpootjes van de kastjes werkten (na enige overreding) nog goed. Toen kon ook het aanrecht er op. Het ziet er meteen heel chique en ‘af’ uit, maar dat is schijn. Het water is nog niet aangesloten (de vaatwasser dus ook niet), de inductiekookplaat bleek het niet te doen (van de vaatwasser weten we het niet) en er is nog geen afzuiging (want de afzuigkap die er bij zat past niet bij onze opstelling). En we hebben er een kastje met oven tussen gezet en aan de andere kant moet er een kastje wijken (want anders past er geen koelkast naast). Het granieten aanrechtblad past dus niet meer en zal vervangen moeten worden (met uitsparingen voor inductiekookplaat en downdraft afzuigsysteem).

Maar de bijkeuken is wel functioneel! Eén van mijn grote wensen was een grote, diepe (horeca)spoelbak. Iets minder handig voor de gewone afwas (die uiteindelijk dan ook in de gewone keuken gedaan zal worden), maar geweldig voor het vullen van emmers en het schoonmaken van grote dingen. Verder hebben we een gasstelletje op de kop getikt. Ladenkastje erbij van een afgedankte keuken uit het dorp. En voilá: een bijkeuken die perfect dienst kan doen als kaasmakerij, maar ook tijdelijk als keuken kan dienen.

En ik kan weer melken. Dus er is weer genoeg melk om een (wat grotere) kaas te maken. Daarvoor gebruik ik de weckpan. Is die ook weer van de werkplaatszolder af.

Dus elke dag verhuist er wel weer wat naar het huis. Soms alleen wat servies of een doos boeken, soms een apparaat zoals de vriezer of de wasmachine. En als de wasmachine er staat kan de wasmand er net zo goed staan. Of je nou vuile was van de wasmand in de stacaravan naar de wasmachine in het huis brengt of je vuile sokken direct naar het huis brengt om in de wasmachine te gooien…

Bovendien douchen we al een poos in het huis. Sinds het begin maart mooi weer werd werkt de zonneboiler prima. Met 800 liter buffervat wat door de zon op 80 graden gehouden wordt is het onzin om op duur flessengas douchewater voor de stacaravan op te warmen. Ook al is de badkamer nog niet helemaal af. Gewoon niet teveel spetteren… Dus de handdoeken kunnen ook weg uit de caravan (waar de kasten altijd vochtig zijn zodat alles naar schimmel gaat ruiken).

En het is dan natuurlijk ook heel handig om af te wassen in de bijkeuken, want: gratis warm water. Laten we dan ook maar in het huis gaan eten. Waarom staat er eigenlijk nog servies in de stacaravan?

Kortom, we beginnen er al aardig over te denken om ook ons bed te verhuizen, wat de verhuizing ‘officieel’ maakt. Dat staat dan wel hevig in de weg als we de muren gaan stuken en de leemvloeren storten, maar dat zien we dan wel weer…

Boomkikkers

Dit jaar zijn er heel veel boomkikkers. Toen ik vanmiddag een rondje rond de poel liep spotte ik er wel een stuk of acht. En dat zijn dan alleen nog de exemplaren die je ziet.

Met hun felgroene kleur lijken ze heel opvallend, maar tussen de eveneens felgroene vegetatie zijn ze perfect gecamoufleerd. En ze zitten doodstil.

’s Nachts zijn ze een stuk minder stil. Ongelooflijk hoeveel herrie er uit die 4 cm grote lijfjes komt.

KÈKÈKÈKÈKÈKÈKÈKÈ! KÈKÈKÈKÈKÈKÈKÈ! KÈKÈKÈKÈKÈKÈKÈKÈ!

(Of in vertaling: SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! SEKS! Tja…)

Dorpsgenoten (op een halve km afstand!) vragen bezorgd of wij nog wel kunnen slapen. Ja hoor, we vinden het een geweldig geluid. Net of je in een tropisch oerwoud bent.

Het vijfde jaar!

Ongelooflijk maar waar: we vieren het eerste lustrum op onze prachtige plek. Wat is er al veel gebeurd! En wat moet er nog veel gebeuren!

Hadden we verwacht dat we na vijf jaar nog steeds niet in het huis zouden wonen? Ja en nee. We hadden wel verwacht dat de bouw van het huis drie of meer jaar in beslag zou nemen. Maar we hadden niet verwacht dat we pas na tweeëneenhalf jaar zouden beginnen met het huis.

En eigenlijk hebben we het huis in maar één jaar van fundering (augustus 2019) tot wind- en waterdicht (september 2020) gekregen, dat is toch een prestatie. Alleen, na wind- en waterdicht moet er nog zoveel gebeuren…

Maar het begint echt al op een huis te lijken, zowel van binnen als van buiten. In huis staat de boekenkast (dat wordt een apart blogje) en de borders rond het terras worden voorbereid door er een jaar aardappels te kweken (dat wordt ook een apart blogje).

In de ‘voortuin’ is eindelijk ruimte voor wat kleur. In de loop van dit jaar ga ik hier een mooie border aanleggen.

En dit jaar bloeien overal de narcissen! De afgelopen jaren bloeiden ze maar matig, waarschijnlijk kwam dat door de droge zomers in 2018, 2019 en 2020. Vorig jaar hebben ze goed water gekregen en dat is te zien!

Om het voorjaarsgeluk te vervolmaken lopen de lammetjes lekker bij de schapen in de wei.

En in de moestuin steken de eerste asperges de kopjes al boven de grond!

Wel hadden we verwacht dat het terrein na vijf jaar al meer begroeid zou zijn. Het voedselbos wat ik van plan was staat er nog niet. Deels omdat de schapen ervoor zorgden dat de plannen toch gewijzigd werden, deels doordat veel aanplant sneuvelde in de droge zomers van 2018-2020. Maar de boompjes die vorige jaar geplant zijn, zijn mooi aangeslagen. En dit jaar ga ik een nieuw ontwerp voor het terrein maken, met ruimte voor zowel een voedselbos als de schapen.

Huisje, boompje, beestjes… het komt helemaal goed.

Daar zijn de lammetjes weer!

In 2020 en 2021 had ik om deze tijd al lang lammetjes. Maar vorig jaar heb ik een nieuwe dekram gekocht. Ik wilde namelijk mijn schapen een beetje ‘soberder’ maken. Friese melkschapen blijken eigenlijk meer geschikt voor een rijke klaverweide op de vette Friese klei dan voor mijn schrale zandgrond. Ik moet ze dus heel veel brok bijvoeren.

Vorig jaar heb ik daarom, op aanraden van schapenmelkers met hetzelfde probleem, een Solognote rammetje gekocht. Dat is een ras wat is gefokt op schrale moerasgrond in Bretagne. En ze zien er leuk uit: de lammeren zijn bruin, maar na verloop van tijd wordt de dikke vacht blond, terwijl de kop en poten bruin blijven.

Een Franse ram moest volgens Joris een Franse naam krijgen. Op numer 35 van de lijst met ‘meest populaire Franse voornamen’ stond Bruno. Tja, dat was wel heel passend.

De andere lammeren moesten destijds een beetje wennen aan Bruno, maar dat kwam snel genoeg goed. Op 1 november is hij bij de ooien gegaan. Die moesten blijkbaar ook een beetje aan hem wennen. Want na 5 maanden min 5 dagen (25 maart) toonde alleen het jongste schaapje, Lisa, een beetje uier. En toen duurde het alsnóg bijna twee weken voor de lammetjes er waren. Maar gisteravond was het dan zover!

Een rammetje en een ooitje, beide bontgevlekt en beide direct in de benen op zoek naar melk. Ze zijn anders dan volbloed Friese melkschapen: ze hebben een dikke staart (melkschapen hebben kale staarten) en het rammetje heeft een zachte vacht, bijna als een geitenlam (melkschaaplammetjes hebben een stug, wollig vachtje). Maar dat schijnt na een paar weken uit te vallen en alsnog wol te worden.

Moeder en kinderen maken het goed. En nu maar afwachten of de andere twee dames nog door Bruno ‘bezocht’ zijn. Nel lijkt aardig rond te worden, maar heeft nog geen schietend uier. En aan Sandra is nog helemaal niets te zien. Afwachten …