Het afwerken van de kelder heeft stiekem toch weer heel veel tijd gekost. Het lag regelmatig een poosje stil omdat
- mijn elleboog zeer deed;
- en/of het mooi weer was en het werk in de moestuin dus prioriteit had;
- (en/of de aanleg van de voortuin en/of verzorging van het weiland en/of het planten van de laatste boompjes en/of het bouwen van takkenrillen van het hazelaarsnoeihout);
- en/of er bouwvakkers waren die begeleiding behoefden;
- en/of ik 10 m3 champost had besteld die eerst even uitgekruid moest worden;
- en/of het zulk mooi weer was dat ik eíndelijk voor het eerst in 5 jaar de stacaravan aan de buitenkant heb schoongemaakt;
- (en de stal – van binnen dan);
- en/of we visite kregen;
- en omdat ik na de eerste laag stuc bedacht dat het handiger was om eerst de vloer te doen en daarná pas de finish, want dat ik egalisatiemortel er nooit in zou krijgen zonder de mooie witte muren vol te spetteren (dat was ook zo);
- en/of er nog veel meer zaken te doen waren (en stuken kan je nu eenmaal niet even een half uurtje tussendoor gaan doen).
Maar vandaag zijn eindelijk de laatste stukjes ‘finish’ op de muren gegaan. Het was een leerzaam proces; ik heb flink geëxperimenteerd met verschillende mixen en verschillende technieken. De muren zijn dan ook niet allemaal even perfect glad, maar voor de kelder is het zeker goed genoeg. En ik heb in het proces genoeg geleerd om nu de badkamer aan te durven. Al biedt die natuurlijk weer hele andere uitdagingen (bijvoorbeeld geen kalkspetters krijgen op de nette tegels en sanitair die er al in zitten).
Tussendoor heb ik dus ook nog een tegelvloertje gelegd. Ook nog een hele exercitie; de betonvloer had teveel hobbels, dus eerst (volledig niet-ecologische) primer en egalisatiemortel erop. Daarna tegelen – ook in verschillende etappes omdat na de eerste fase eerst de lijm onder die tegels moest uitharden, waarna de trap opzij kon worden getild, zodat ik ook onder de trap kon tegelen. En dan voegen (idem). Ook heel leerzaam allemaal, al was het voornaamste leerpunt dat ik tegelen pokkewerk vind.
(Er zijn allemaal instructieve YouTube-filmpjes met gespierde bouwvakkers die in een handomdraai vloertjes egaliseren en superstrak betegelen. Maar die stappen allemaal gewoon een drempel over naar een andere ruimte. Hoe anders is het als je een trap op moet, of de trap omhoog moet takelen zodat de egalisatiemortel eronder kan vloeien, waarna je – al achter je aan egaliserend – een ladder op klimt die je daarna nog achter je aan omhoog moet trekken, dit alles zonder de geïmproviseerde bouwlamp die voor de noodzakelijke verlichting door het trapgat steekt in de kelder te laten kukelen. Vandaar die spetters.)
Maar het resultaat mag er zijn: de kelder is getransformeerd van donker en tamelijk stoffig betonnen hol naar een frisse en vriendelijke ruimte, waar kazen en voorraden met een gerust hart kunnen worden opgeslagen. Nu alleen de muren nog even een weekje vochtig houden (zodat er geen barsten in de kalk komen), dan kan alles er in!
(En even een echt lampje maken…)