En toen kwamen (hopelijk voorlopig voor het laatst!) de mannen van fa Baas Stam om onze definitieve stroom- en wateraansluiting in orde te maken. Weer veel graverij. En daarna veel gedoe voor Joris om de aansluitingen naar werkplaats, stacaravan en tijdelijke schapenstal zó aan te leggen, dat de laatste twee er makkelijk ‘vanaf geknipt’ kunnen worden.
Maar het is gelukt! Glimmende nieuwe meters in het huis en water en licht in werkplaats en stacaravan. Nu kunnen de kranen binnenshuis aangesloten!
Joris was zich al drie maanden aan het afvragen hoe hij het buffervat voor het warme water op zijn plek ging krijgen. Het is een cilindervormig vat van 800 liter en de doorsnede is groter dan de breedte van onze binnendeuren. Gelukkig bleek, dat de isolatie er af kan, en dat het dan precies door de deur heen zou passen. Maar dan bleef de vraag hoe je een stalen vat van 150 kilo een ladder op krijgt.
Zaterdag kwam Chris een dagje helpen. Eigenlijk met het weer aanbrengen van vlaswol en folie rond de nieuwe dakramen. Maar toen hij hoorde van het buffervat-probleem gingen zijn ogen twinkelen.
Hij belde zijn buurman (die toevallig onze aannemer is), of hij een pompwagentje mocht komen lenen. En haalde en passant thuis ook even een lier en een grote katrol op. Zelf hebben we ook een aantal katrollen (overgebleven van de ‘erfenis’ die we hier aantroffen).
Om te beginnen werd een hardhouten balk héél stevig vastgeschroefd aan de sporen boven het trapgat. Daar een katrol aan gehangen. De lierkabel stevig gezekerd aan de spantconstructie. Nu was er een hijsinstallatie.
Vervolgens een vloertje gebouwd rond de drempel van het huis, zodat met de pompwagen het buffervat naar binnen gereden kon worden. Dat paste precies in de hoogte.
Het vat helemaal uitgepakt, alle isolatie er af gehaald en van de pallet af getild. Toen paste het precies in de breedte door de deur naar de hal.
(De uitsteeksels zijn aansluitingen zodat je van alles en nog wat op het buffervat kunt aansluiten. In ons geval moet het bijvoorbeeld aangesloten op de zonnecollectoren, voor warm water in de zomer, en op de leemkachel, voor warm water in de winter. En uiteraard op de warmwaterleiding. Maar als we ooit besluiten toch een warmtepomp als achtervang aan te sluiten, dan kan dat ook.)
Veel manoueuvreren, het vat van de pallet af halen, op de pompwagen zetten en voorzichtig plat op de pallet leggen.
Hijskabels er omheen bevestigen.
En hijsen maar!
Na enig overleg besloten om er toch nog een oude katrol tussen te zetten om de last wat te verkleinen. Die deed het nog uitstekend! Zo zie je maar, wie wat bewaart heeft wat.
Even testen of hij ècht vast zit…
En stukje bij beetje takelt Chris het gevaarte omhoog!
Om goed bij te kunnen sturen zet Joris nog even de steiger eronder.
En als het ding boven het verdiepingsvloerniveau bungelt brengt Joris er snel een tijdelijk vloertje van een paar balken onder aan.
Toen was het een kwestie van horizontaal verplaatsen. Weer een hoofdpijndossiertje opgelost. Hulde aan Chris en zijn katrol!
En alsof de week al niet hectisch genoeg was geweest, werden vandaag ook nog de onderdelen voor de zonneboiler geleverd. Uiteraard met te grote vrachtwagen, dus Joris moest weer zes keer op en neer rijden met de trekker.
En nu is de GROTE vraag: hoe gaan we het buffervat naar boven krijgen? Zonder de isolatie weegt het zo’n 130 kg.
UPDATE: We dachten 3 of 4 sterke mannen nodig te hebben, maar Chris en een doos met katrolletjes bleek ook heel goed te werken. Wordt vervolgd…
We zijn bijna zover, dat de meterkast wordt aangesloten. En daarvoor moest nog wel het één en ander gebeuren. Zowel water als elektriciteit komen namelijk via een tijdelijke voorziening (‘bouwstroom’ en ‘tijdelijk water’). Die hebben intussen al wat sprongen gemaakt.
Het water is nog overzichtelijk; dat komt ons erf op via de in 2017 na veel perikelen geplaatste ‘waterput’ met ‘tijdelijk water’. Vandaar loopt het in een tyleenslang onder de grond om het nieuwe huis heen naar de stacaravan. En vandaar is er weer een aftakking naar de werkplaats.
De stroom kwam eerst in de oude boerderij binnen, vanwaar we hadden afgetakt naar de stacaravan (en later ook naar de werkplaats). Maar toen de boerderij werd afgebroken moesten we een ‘bouwstroomkast’ plaatsen. Vandaar lopen er kabels naar de stacaravan, de werkplaats en sinds vorig jaar ook naar het nieuwe huis. Die kabels liggen boven de grond, maar door alle dynamiek op ons erf zijn ze her en der begraven of overgroeid geraakt. Soms komen we ze opeens tegen… gelukkig is het tot nu toe gelukt ze niet te beschadigen bij maai- of graafwerkzaamheden.
Maar als straks de tijdelijke watermeter en elektriciteitsmeter vervangen worden door de definitieve (en we eindelijk, na vier jaar, een èchte meterkast hebben) loopt er wel water en elektriciteit naar het huis maar (per direct!) niet meer naar de stacaravan en werkplaats. En het duurt nog wel even voor we het huis kunnen betrekken. Dus moeten er kabels en leidingen getrokken worden van het huis naar de werkplaats en de stacaravan. Dus kwam Jochem weer een dagje opdraven met minigraver en waterpas.
Jochem en Joris hebben meteen ook maar een echte riolering aangelegd van de werkplaats naar de septic tank. Ik betwijfelde of dat zou kunnen; de werkplaats staat veel lager dan het huis. Maar het bleek dat de fundering van de werkplaats nèt iets hoger ligt dan de ingang van de septic tank, dus er is nèt voldoende afschot (1 cm / 5 m).
Na een vreselijk lange dag keihard werken door de beide mannen liggen alle kabels en leidingen waar ze moeten liggen. Nog niet alle sleuven zijn weer dichtgespit. En waar dat wel gebeurd is, is het erf nu één zandbak / modderpoel. Ik was juist zo blij dat het erf eindelijk weer mooi groen was geworden… nou ja, het zal nog wel vaker over de kop moeten. Als we eenmaal in het huis wonen en de noordschuur en schapenstal hebben afgebroken kunnen we het erf eindelijk op de definitieve hoogte maken. Ik ben heel benieuwd wanneer dat gaat zijn. Wat is het toch een enorm project…
Pfff… toen we eind 2019 begonnen met het dak er op te leggen dachten we nog dat we in de zomer van 2020 wel dakramen zouden kunnen plaatsen. Maar dat liep dus allemaal even anders. Er dienden zich telkens andere prioriteiten aan en toen we eindelijk serieus met de dakramen bezig gingen stapelde vertraging zich op vertraging. Het dak was dus nog altijd helemaal gesloten, op de dakkapel na. (Wat wel heel traditioneel boerderij oogt.)
Maar afgelopen maandag en dinsdag was het dan eindelijk zover. Joris had in het weekend vast de pannen van het dak gehaald en de isolatie eruit. Erg spannend weer, een gat maken en een raveel maken. En wat een boel licht is er dan opeens op zolder!
Ik kon natuurlijk niets bijdragen (ben intussen net in staat om met krukken naar de voorkant van het huis te lopen, maar ik kan niets tillen en al helemaal niet de ladder op). Dus het was extra hard werken voor Joris. De mannen van de aannemer hebben namelijk wel enige coördinatie nodig. Dakramen plaatsen hebben ze vaker gedaan, maar niet in een huis wat damp-open en luchtdicht moet zijn. Het afwerken van alle kieren met luchtdichte dampopen tape is onbekend terrein.
‘Frits! Die balk zit verkeerd!’ hoorde ik Joris roepen.’Kijk, zo kan ik hier dus geen tape meer aanbrengen. En als er híer dan water komt….’
‘Joris denkt ook overal over na!’ zei Frits later half mopperend, half bewonderend tegen me.
Enfin – het waren twee uiterst drukke dagen. Joris moet mij ook helpen ’s ochtends met het ophalen van de schapen voor het melken, de rammen voeren, de kippen en eenden los laten en de kat voeren. En ’s middags om 17.00 moet hij de schapen opnieuw voeren. Zelf kan ik 20 minuten staan of lopen en dan moet mijn manke pootje weer een uur omhoog. Gelukkig hebben lieve dorpsgenoten Aska uitgelaten; dat scheelt snel twee uur op een dag!
En uiteraard kwamen de mannen van de installateur ook nog even langs om de meterkast voor te bereiden voor als die volgende week wordt aangesloten.
Maar nu hebben we een groot raam in de toekomstige werkkamer (tijdelijke woonkamer) en twee kleine boven elkaar (één lange bestond niet) boven de vide in de hal. Ik kan niet wachten tot de trap er is, zodat ik ook naar boven kan om het van binnenuit te bewonderen.