Grondverzet

Met alle lammetjes in de wei en de riolering in de grond werd het tijd voor het Grote Grondverzet: het weer ‘aanheuvelen’ van het huis met de grond die al twee jaar op een grote bult ligt te liggen.

(Wel jammer voor de lammetjes, want die vinden het énig om over de bulten heen en weer te rennen.)

Het huis is (foutje met de baak tijdens het graven van de kelder èn tijdens het storten van het beton) zo’n 15 cm te hoog komen te liggen. Dat klinkt als helemaal niet veel, maar ik was toch bang dat we niet genoeg grond zouden hebben om het landschappelijk mooi bij te werken. Gelukkig had Jochem nog zwarte grond over van het uitgraven van zijn schuur. Mooi, want de grond die van het oude erf komt is eerder zanderig dan zwart.

Aan de vooravond van het Grote Grondverzet lagen dan ook overal grondbulten: op het erf van het uitgraven van de riolering en de vijver, en vóór het huis zowel onze eigen bulten als de zwarte grond van Jochem.

Met Jochem op de shovel en Joris op de rupsbandendumper vlógen de kuubs grond tegen de gevel aan. En wat bleek: we hadden grond zat! We hielden zelfs nog een hele grondbult over! Dat is fijn, want de achterkant van het huis en het erf moeten ook ooit worden afgewerkt-

(als we in het huis zijn getrokken, de stacaravan weg is, het asbest van de de noordschuur is gehaald, de noordschuur, schapenstal en varkenshok zijn leeggehaald en afgebroken en er een nieuwe stal plus schuur zijn gebouwd)

-en dan zullen we nog best de nodige grond nodig hebben.

Het is wel even wennen hoe het er nu uitziet. Zo mogelijk nóg imposanter. En het geplande terras bij de openslaande deuren vinden we eigenlijk toch niet zo geslaagd op deze hoogte. We overwegen nu een iets verdiept terras twee treden lager aan te leggen. Maar wanneer… dat weten we nog niet. Misschien laten we het voorlopig maar even zo liggen, terwijl we dat plan uitwerken.

Eerst maar de enorme modderbende die het nu is geworden weer inzaaien met een diepwortelende groenbemester, om de bodemstructuur te helpen herstellen en weer wat leven in de grond te brengen. En wat tijdelijke paadjes aanleggen met stoeptegels en brokken beton (‘urbanite‘) van de betonvloeren uit de oude stal. Die heb ik speciaal bewaard om stapelmuren en tuinbestrating mee aan te leggen. Het zijn wel zware brokken. Iemand zin om te helpen 🙂 ?

Lammetjes

Tot mijn vreugde herstelde Babette zich goed van haar operatie. Na een paar dagen liep ze alweer in de wei en voedde ze haar lammeren.

De volgende die aan de beurt was, was Nel. Die gaf al twee dagen van tevoren duidelijk aan dat ze wilde gaan lammen. Toen ik haar aanbood dat ze in de stal mocht rende ze daar ook subiet en zeer gedecideerd heen. Uiteindelijk duurde het toch nog even: op woensdagavond kwamen er drie lammetjes, geheel volgens het boekje.

(Dit keer heb ik na de eerste twee toch maar voor de zekerheid gevoeld of er een derde achter zat. En ja hoor!)

Helaas de volgende dag een grote domper op de vreugde: Babette was ’s nachts op één van haar twee overgebleven lammeren gaan liggen. Dus nu had ze er nog maar ééntje. Misschien was ze door de hele aanslag die de operatie op haar lijf had gedaan te moe.

En misschien is het ook wel beter zo, want twee flink drinkende dochters zijn dan nog meer een aanslag op het schapenlijf. Het scheelt als ze er maar ééntje hoeft te voeden. Maar het is wel heel verdrietig. Het arme dier heeft een dag lang wanhopig om haar verdwenen kind lopen roepen.

Toen was alleen Sandra nog over, Babette’s dochter van vorig jaar. Die heeft zoveel wol, dat ik nauwelijks de voortekenen kon spotten. Maar toen ze zich afzonderde begon ik wel een vermoeden te krijgen.

Sandra met één van haar lammetjes in de stal

Sandra beviel gewoon lekker in de wei, op een luw plekje achter de grondbulten. Voor zo’n jong dier is het even wennen. Ze heeft de lammetjes keurig schoongelikt, maar laten drinken is een ander verhaal. Tja, dat kennen we. Weer even flesjeswerk dus. Maar wel een wei vol paaslammetjes!

Mooi portret (dankjewel Annemieke!) van Nel met haar drietal en helemaal links het (grote) lam van Babette

Het is nu nog mooi weer, dus het jonge grut mag spelen op de grondbulten terwijl de moeders kunnen grazen. Babette houdt de wacht terwijl haar lam lekker een dutje doet in een duinpannetje.

Schapensores

WAARSCHUWING: dit is een akelig verhaal. Maar dat hoort er ook bij.

Eind maart, dus het wordt weer lammetjestijd. Nel, Babette en de nieuwe ooi Sandra zijn alledrie duidelijk drachtig, maar het was duidelijk dat Babette dit jaar het eerst zou zijn. Maar je weet met Babette nooit wanneer ze precies gaat lammeren. Die heeft het al twee keer klaargespeeld om heel stiekem opeens met lammetjes tevoorschijn te komen.

Zo ook dit jaar. Op donderdagavond maakte ze nog helemaal geen aanstalten. Ze was nog vrolijk bezig andermans brokjes te jatten, tonrond als ze was. Dus ik zag geen aanleiding om haar apart te zetten. Schapen bevallen sowieso graag in de kudde.

Vrijdagochtend kwam ik de wei in en ja hoor! Twee lammetjes. Twee flinke ooitjes. Wel een beetje smoezelig, ze had ze niet goed schoongelikt. Dat had me achteraf te denken moeten geven…

Ik blij. Babette met het kroost apart in een lammerhokje in de stal gezet. Dat geeft ze even rust, zorgt ervoor dat de moeder-kind-band zich goed kan ontwikkelen en dat ik goed in de gaten kan houden of de lammeren drinken. Bovendien was het koud en regenachtig, geen lammetjes-lekker-in-de-wei-weer.

Maar op zaterdagochtend begon Babette opeens weer te persen. Shit. Er zat nog een lam in. De bevalling was niet goed gegaan dus. Het lam was – uiteraard, na zoveel tijd – dood. Maar wat erger was: het kwam er maar half uit. Meestal, als kop en schouders eruit zijn, glijdt de rest van het lam vanzelf uit de moeder. Maar nu niet.

Dierenarts gebeld. “Nou”, zei die na een poosje in het dier te hebben gewroet, “dit had je er zelf onmogelijk uit kunnen krijgen.” Het lukte hem ook niet. Het lam lag helemaal verkeerd gedraaid in de baarmoeder. Daardoor was het ook gestikt tijdens de bevalling. En intussen was de baarmoeder weer naar de normale (post-zwangerschaps)stand gaan krimpen.

In zo’n geval kan je maar één ding doen: het dode lam in tweeën zagen en de achterste helft terug duwen, in de hoop dat het dan wel te draaien is. (Ik zei al dat het een akelig verhaal werd.)

Maar toen lukte het nog niet…

De dierenarts belde zijn collega. Die moest van vrij ver komen (weekenddienst). Maar ook de collega met 20 jaar veeartservaring kreeg de achterste helft van het lam niet uit Babette. Arme Babette, die al uren lag te kermen en te gillen van de pijn. Het is niet niks, als twee veeartsen tot halverwege hun oksels in je zitten te graven.

Er zat maar één ding op: een keizersnee. Best een zware operatie, en niet eens om een levend lam ter wereld te brengen, maar alleen om Babette te redden.

Het was een bijzonder akelige ervaring, zowel voor Babette als voor ons. Maar het goede nieuws is: ze lijkt goed te herstellen. Dankzij wat gebietste boerenkool uit de moestuin van Adrie ging ze al snel weer eten en na twee dagen stond ze weer te grazen in de zon. Hopelijk redt ze het en hopelijk heeft ze straks weer genoeg melk voor de lammeren. Die voer ik nu bij met flesjes koemelk van de boer. (Dan probeer je je eigen melk te produceren en heb je juist méér melk nodig…)

Geen fijne start van het lammerseizoen. Nu maar hopen dat de overige bevallingen minder problematisch verlopen.

Grondwerken

De aansluiting van de riolering op de septic tank moest eigenlijk al afgelopen najaar gebeuren. Maar toen waren we een beetje uit de versnelling. Nu werd het echt tijd. Want we willen heel graag de grond rond het huis weer aanbrengen en het was wel zo handig om daarvóór het riool aan te leggen. Anders had de sleuf nog 30 cm dieper gemoeten.

We hebben al in 2017 een royaal uitgevoerd afvalwaterzuiveringssysteem laten aanleggen. Het bleek zo royaal uitgevoerd dat tijdens één van de hittegolven van 2019 het riet verdroogde (blijkbaar produceerden we onvoldoende afvalwater). Maar verder functioneert het prima.

Terwijl het rietfilter verdroogde, legden wij destijds de leidingen aan die het afvalwater straks uit keuken, toilet, badkamer en bijkeuken moeten afvoeren. Op advies van een rioolspecialist komen alle pijpjes uit op slechts drie pijpen, die over de hele breedte van het huis lopen. Mocht er een verstopping zijn, dan kunnen we die pijpen aan de erfkant van het huis opgraven en doorblazen.

Aan de andere kant van het huis hebben we nu met hulp van Jochem het riool naar de septic tank aangelegd. Eerst een sleuf gegraven onder precies het juiste verval. Daarna bekeken wat voor materiaal we precies nodig hadden. Terwijl Joris dat ophaalde groef Jochem vast even een gat voor een ander project; een vijver om regenwater op te vangen, opgepompt grondwater te ont-ijzeren en de moestuin te bewateren. Maar dat is een ander verhaal.

Daarna ‘even’ de rioolbuis erin gelegd (onder het juiste verval) en aangesloten. Dat was nog een hele klus. En daarna de sleuf weer snel dichtmaken, Jochem was maar net op tijd om de gehuurde minigraver weer terug te brengen.

Het is dan ook niet gelukt om alles af te krijgen; de aansluiting bij de septic tank moet nog dichtgemaakt worden en her en der liggen nog wat bultjes grond. Maar die verwerken we wel als we – over twee weken – de grote grondbulten weer tegen het huis gaan aanbrengen. Het erf is nu een grote zandbak.

Internet!

Toen we hier in 2017 kwamen wonen was de grote vraag: hoe regelen we het met internet? Want zonder internet gaat het niet, dat was net zo’n grote prioriteit als drinkwater.

De Hoeve had in 2016 geen zin om te wachten tot de provincie haar voornemen om het buitengebied van glasvezel te voorzien eindelijk zou waarmaken. Dus ging het dorp met het bedrijf ‘Northned’ in zee. Die hebben een hoge mast naast het dorpshuis geplaatst. Vanaf daar komt er via een straalverbinding (soort radiosignaal) internet naar een ontvanger die je bij je huis moet plaatsen.

Daarvoor moet je wel een zichtverbinding hebben met de mast. En bij ons staat daar de houtwal tussen. We vonden een plekje langs de sloot waar je de mast nèt kunt zien door een gaatje in de houtwal. Daar staat al drieëneenhalf jaar de ontvanger op een paaltje langs de sloot. Vanaf daar loopt Het Heel Belangrijke Draadje op prikkertjes langs de sloot, vervolgens door de takken van de Grote Eik, langs de dakrand van de werkplaats (oorspronkelijk stond daar dus de Westschuur), door de hoge kersenboom en de meidoornhaag naar de stacaravan. Vandaar liep er ook nog een draadje over de hooizolder naar het kantoor in de oude boerderij, maar dat is eind 2018 opgedoekt toen we de rest van de boerderij afbraken.

Bij alle transformaties die ons erf de afgelopen drieëneenhalf jaar heeft ondergaan hebben we dus steeds zeer zorgvuldig rond Dit Heel Belangrijke Draadje gewerkt. We zijn er (tot nu toe…) in geslaagd het niet kapot te maaien of door te knippen bij het snoeien van de heg. En het internet deed het eigenlijk prima. Zelfs sinds we afgelopen jaar non-stop aan het Zoomen, Teamsen en Skypen zijn hebben we niets te klagen.

Maar niet iedereen in het dorp heeft internet via die mast. Veel mensen kampen met vreselijk traag internet. Er was dan ook al járen sprake van dat er glasvezel zou worden aangelegd. Eind 2018 leek dat concreter te worden. Dat ontaardde in een ware concurrentiestrijd tussen twee aanbieders.

We vroegen ons wel af hoe dat dan zou lopen, want de voorspelling was dat de glasvezel in het derde kwartaal van 2019 zou worden aangelegd. Maar het kon alleen “als u een Geschikte Meterkast heeft”. En wij wisten in januari 2019 vrij zeker dat we in het derde kwartaal nog geen geschikte meterkast zouden hebben. Maar goed, komt tijd, komt raad. We meldden ons aan bij Kabel Noord. En toen werd het stil, terwijl wij rustig doorbouwden.

Dit is het allereerste begin van de meterkast: de mantelbuis voor de toekomstige drinkwaterleiding, augustus 2019
September 2019: de meterkast na de eerste laag schuimbeton, met buizen voor elektra en de glasvezelkabel!

In het derde kwartaal van 2019 hoorden we inderdaad weer iets van Kabel Noord: de meterkast werd geïnspecteerd. Precies op de dag dat ons houtskelet werd geplaatst. “Tja”, zeiden we, “daar ligt hij. Maar hij is nog niet helemaal afgesloten…”

De maanden daarna ontstond er een waar zwembad rond de meterkast, wat pas opdroogde in april.

In mei 2020 werd de glasvezel eindelijk uitgerold. De logica achter de volgorde is ons nooit duidelijk geworden, maar maandenlang zag je overal ploegjes (veelal Poolse) werknemers graven in de berm.

En op een dag zagen we dat er ook glasvezel tot op ons terrein was gespoten! Wel precies middenin een cluster jonge boompjes, waarvan er al een paar omgetrapt waren. We hebben een bordje neergezet met het vriendelijke verzoek om de boompjes een beetje te ontzien bij de werkzaamheden.

En zowaar, op een dag vlak vóór de kalkhennepweek in juni 2020 kwamen drie keurige Poolse jongens de glasvezel aanleggen tot aan de deur. Netjes in overleg meegedacht over de beste route voor de kabel in verband met de boompjes en mogelijk toekomstige werkzaamheden, tot een paar meter voor het huis. Nog niet tot ín het huis, dat gebeurde een paar weken later. Door wéér een andere ploeg.

“Als het in dit tempo door blijft gaan dan staat het huis er tegen de tijd dat de glasvezel wordt aangesloten” dachten wij.

En dat was ook zo. Begin februari kwam er een monteur het eerste kastje plaatsen. En vorige week is de aansluiting compleet gemaakt. Dus nu hebben we internet in het huis. Inderdaad, nog vóór er enig ander draadje ligt.

In de stacaravan en het kantoor loopt het nog via het Heel Belangrijke Draadje. We zien wel even hoe lang dat nog goed gaat. Misschien wonen we tegen de tijd dat de Northned-mast wordt afgebroken zelf al in het huis. En anders trekken we wel weer een Belangrijk Draadje de andere kant op. Intussen kunnen we – met de kachel aan – kantoorwerk doen in het huis!