Om onszelf weer wat energie in te blazen hebben we afgelopen week versnelling in de bouw gebracht door weer eens de aannemer in te schakelen. In vier dagen hebben Frits en René het frame voor bijna alle binnenwanden ingemeten en aangebracht. En aan één kant dichtgezet met (dun) OSB. Wat voor beplating er op de andere kant komt en wat er precies tussen de beplating komt verschilt per ruimte. Sommige wanden moeten waterbestendig zijn, andere (bijvoorbeeld tussen de wc en de woonkamer) geluidsdicht. En er moet een ondergrond op waarop je goed met leem kunt stuken.
De mannen zijn samen een uur of zestig bezig geweest. Zelf zouden we er ongeveer honderd uur over hebben gedaan, denken we. In de praktijk zouden we daar snel twee maanden verder mee geweest zijn… Soms is het ook wel lekker om iets te laten doen!
Intussen heeft Joris de geschilderde vloerplanken / plafonds aangebracht boven de woonkamer en keuken.
Het is een heel ander huis geworden! De ruimtes lijken nog wel erg hoog en – afgezien van de woonkamer en keuken – vrij donker. Dat komt doordat de vloer nog 25 cm omhoog gaat (schuimbeton en dekvloer) en er nog een paar strategische (grote!) dakramen geplaatst moeten worden. En er komt nog een binnenraam tussen de badkamer en de bijkeuken, maar we weten nog niet precies waar.
Het volgende project is de aanleg van het riool naar de septic tank. En daarna het weer ‘aanheuvelen’ van het huis. Dan kan ik ook eindelijk de tuin rond het huis gaan aanleggen!
Amanda, die vorig jaar ook heeft geholpen met de kalkhennep, verveelde zich. En vroeg of ze niet een dagje mocht komen helpen. Nou, er is altijd genoeg te doen 🙂 En we mogen één persoon per dag ontvangen.
Dus we hebben wortelstronken verwerkt tot een creatieve rand voor de ‘voortuin’ zodat de plek vrijkwam waar het houthok moet komen en een fundering van stoeptegels aangelegd voor het bouwen houthok, een ontiegelijke hoeveelheid planken geschuurd en geschilderd voor de verdiepingsvloer / plafond woonkamer en keuken en als kers op de taart nog een hele middag overwoekerd prikkeldraad uit braamstruiken lopen peuteren (wat echt verschrikkelijk akelig rotwerk is). Hoera! Zulke hulp kunnen we vaker gebruiken!
Ook omdat het natuurlijk wel héél fijn is om weer eens iemand anders te zien. Net als iedereen beginnen we erg naar versoepelingen in het sociaal verkeer te verlangen. Al doet Plaatselijk Belang haar best met voor de ‘mienskip’ georganiseerde quarantainebingoavonden.
De tweede helft van februari en eerste helft van maart is ieder jaar een moeizame periode. Het weer is koud, het land is grauw en ik denk weemoedig aan de tuin in Amersfoort, die door het warme stadsklimaat en de beschutte ligging op het zuiden altijd al in februari vol narcissen stond. Hier staan ze nog nauwelijks boven de grond (al komen er wel al katjes aan de wilgen) .
En het leven in de stacaravan is, zoals eerder gezegd, in de zomer net wat makkelijker te doen dan in de winter. Aan het eind van de winter gaan we héél erg verlangen naar zon en warmte. En het lijkt een patroon te worden dat de ergste winterkou tegenwoordig ook in februari en maart valt. Net als we echt genoeg beginnen te krijgen van ‘knus bij de kachel kruipen’.
Het hielp ook niet dat ik opeens een brainwave had over hoe we het huis speelser, opener, zonniger en bovenal: compacter en efficiënter hadden kunnen maken. Lengte, breedte en dakhelling zijn hetzelfde als van de oude boerderij. Toch horen we van veel mensen (en vinden we zelf ook) dat het véél groter oogt. Dat komt vooral doordat de nok hoger en (behoorlijk) langer is. We hebben boven ook wel erg veel ruimte. Die we eigenlijk niet nodig hebben.
Ik ging toch eens nazoeken hoe we vier jaar geleden nu ook alweer tot het besluit waren gekomen om zo groot te bouwen. Dat bleek deels voort te komen uit wat de gemeente toen zei over hoe de regels in het bestemmingsplan moesten worden opgevat. We wilden zoveel mogelijk mogelijkheden openhouden voor plannen die we hier hebben en dan leek het verstandig om in één keer een royaal volume neer te zetten. Maar intussen horen we van andere mensen hele andere dingen over hoe die regels worden toegepast. Dan hadden we de aangebouwde schuurruimte voorlopig kunnen schrappen. Dan was het boven een stuk compacter geweest.
Bovendien had de architect toch wel andere ideeën over wat acceptabele afmetingen waren voor ruimtes dan wij. Of zijn tekenprogramma klopte niet. Binnen dezelfde buitenmaten hebben we nu grotere ruimtes dan op tekening. Dat had overal best een beetje minder gekund. Dan had – zelfs zonder de schuurruimte te schrappen – het gebouw tot een meter smaller kunnen zijn en wel drie meter korter. Met een meter smaller zou ook de nok een meter lager (en drie meter korter) geweest zijn. Dan zou het gebouw mooier bij de schaal van het landschap hebben gepast en zouden we boven minder loze ruimte hebben gehad.
En we hebben alleen nagedacht over de mogelijkheid van een aanbouw aan de zuidoostkant. Net als het huisje wat er al was. Die hebben we al snel laten vallen, omdat het bouwtechnisch erg ingewikkeld en duur werd. Zeker met de grote glazen gevel die de architect had getekend.
Dus werd het ontwerp versimpeld. En plakten we er een dakkapelletje en een luifeltje bij de voordeur aan, om het nog enigszins smoel te geven. Want een beetje saai vonden we he wel zo.
Maar als we een kortere / kleinere stelp hadden gemaakt had er aan de zuidWESTkant een (kleine) aanbouw gepast. Met een wat kleinere keuken en een iets uitgebouwde woonkamer. Dan zou de vorm van het huis veel meer zijn geweest zoals de meeste boerderijen hier in de streek. En had de voorgevel minder saai geoogd. En dán hadden we een glazen gevel ZW-ZO-ZW kunnen maken. Dan hadden we meer zon (passieve energie!) in huis gehad, veel mooiere zichtlijnen vanuit het huis èn een plek voor een beschut terras pal op het zuiden met prachtig uitzicht op de poel. Heel veel gemiste kansen dus.
Daar krijg je sombere buien van. We waren toen ook wel met èrg veel dingen tegelijk bezig. Helaas… voortschrijdend inzicht. We kunnen de gevels nu niet meer aanpassen of het huis verkleinen.
Al blijven er wel kleinere aanpassingen komen. Zo merken we dat nu thuiswerken (en vooral: thuis vergaderen! ) het Nieuwe Normaal is, we toch ergens een tweede werkkamer moeten bouwen. De beoogde ruimte voor studeer / werkkamer is groot genoeg (te groot, eigenlijk), maar leent zich niet om te splitsen. Ruimte zat onder dat enorme dak voor een tweede kamer, maar dat betekent ook dat er een extra dakraam nodig is. En dat roept weer de vraag op hoe we het gaan doen met de zonnepanelen. Temeer omdat er (vlak nadat we de bouwvergunning kregen) allerlei berichten in de media verschenen over dakbranden door verkeerd aangelegde zonnepanelen.
We overwogen kortstondig om de zonnepanelen op een bijgebouw te leggen, maar het grootste deel van ons erf is toch wel erg beschaduwd. En in het weiland gaat ook niet; dat heeft een agrarische bestemming en de provincie heeft juist regels vastgesteld om aanleg van zonneparken op agrarische grond tegen te gaan. Bovendien vinden we het weinig fraai. Dus zo komt het grote dakoppervlak toch van pas… even puzzelen hoe we de zonnepanelen (en zonneboiler) er zó op passen dat we ook nog een tweede dakraam kunnen maken.
Daarvoor zal dan her en der weer een deel van de isolatie eruit moeten, maar dat hadden we al voorzien. Nu het hele dak geïsoleerd is blijft het overigens wel heerlijk warm binnen! Alleen trekt de warmte uiteraard allemaal naar boven. Het wordt dus hoog tijd voor een verdiepingsvloer.
Even een detailfoto van de isolatie rond de dakdoorvoer van de kachelpijp. Dat heeft Joris een heel dag gepuzzel en gevloek gekost. Maar nu is het brandveilig, stevig en goed geïsoleerd.
Na drie dagen kwam een boer uit het dorp ons uitgraven (nou ja, hij kwam eigenlijk de buren uitgraven. Maar we vonden het niet heel erg dat hij ons pad ook meenam. We waren er namelijk achter gekomen dat er nog plenty eten in huis was… maar de flessen wijn die er nog lagen zomerse prosecco bleken te zijn!)
De schapen werden zéér ongedurig in de stal. Nu breng ik ze ’s ochtends naar de wei. Eerst vonden ze het maar niets, die sneeuw, maar nu lopen ze ijverig in de sneeuw te krabben op zoek naar gras. Omdat er niet zoveel staat (en de hoogdrachtige dames natuurlijk wel wat nodig hebben) breng ik ze twee keer per dag lauw drinkwater en elke dag een kuip met hooi. ’s Ochtends en ’s avonds krijgen ze in de stal brokjes en ’s nachts staan ze op stal en kunnen ze zoveel hooi eten als ze willen.
En als de zon er dan bij gaat schijnen is het wel een subliem winterlandschap, om ons heen!
’s Zomers is leven in de stacaravan prima te doen. Maar de winters zijn elk jaar weer spannend. Dit is al de vierde winter en tot nu toe ging alles goed… Maar opeens begon het weerbericht er steeds winterser uit te zien. Met heel veel sneeuw en strenge vorst. Wij denken dan meteen terug aan de twee ‘Siberische beren’ van februari en maart 2018. Die waren heftig. We dachten destijds dat de waterleidingen onder de stacaravan wel vorstvrij zouden blijven door de warmte-uitstraling van de caravan zelf. Tenslotte is de vloer van de caravan mega-koud en die warmte moet ergens blijven, nietwaar? Om die warmte een beetje vast te houden hebben we rond de onderkant van de stacaravan al meteen de eerste winter platen piepschuim gezet. (Met zwart landbouwplastic eromheen zodat het er niet al te armoedig uitziet.)
Maar dat viel tegen; op zekere ochtend kwam er destijds geen water meer uit de kraan. Ik heb toen met de verfbrander de leidingwirwar ontdooid. Kon zelfs warm douchen daarna (dat was nodig, want onder de caravan was destijds ook een favoriete kattenpoeppplek). Toen ben ik naar Wolvega gereden voor ‘hittelint’ en buisisolatie. En de rest van de dag heb ik toen onder de caravan gelegen om alle buizen zo goed mogelijk te isoleren.
Nu is ‘onder de caravan’ niet echt één ruimte. Nou ja, wel, maar gecompartimenteerd, of beter: gefragmenteerd door het onderstel van de caravan en kris-kras lopende gasleidingen, waterleiding, leiding van de geiser naar de keuken, leiding van de geiser naar de badkamer, afvoer van toilet en douche, keukenafvoer, elektriciteitsdraden etc.
Daarbij is de ruimte tussen de 20 en 50 cm hoog. ‘Onder de caravan kruipen’ betekent dus op je buik of rug (vooraf kiezen, draaien kan niet meer) vanaf een punt waar je het piepschuim langs de onderkant hebt weggehaald zover mogelijk komen om te doen wat je doen moet en daarna dezelfde weg weer terug wriggelen (op je tenen en je ellebogen, of op je hielen en schouderbladen). En dan die plaat weer terug manoeuvreren (zonder dat-ie breekt). Op die manier kan je de meeste plekken bereiken. Wel met scherpe stenen die in je rug prikken en spinnenwebgordijnen die in je gezicht slieren.
Dit even om het idee te schetsen.
Na de hittelint-actie ontdooide het watersysteem destijds langzaam. Toen bleek dat één koppeling gesprongen was, zodat uiteindelijk Joris ’s avonds op zijn rug in een plas water bij een gevoelstemperatuur van -20 vloekend knelkoppelingen lag aan te brengen. Daarna ontdooide ook de rest, alleen ontdooide de warmwaterleiding sneller dan de afvoer en had ik de keukenkraan per ongeluk laten openstaan terwijl ik elders bezig was, zodat er uiteindelijk 4 cm water in de slaapkamer stond (het laminaat is nooit meer helemaal hetzelfde geworden.)
Dat soort episodes blijft je bij.
Dus toen er anno nu gewaarschuwd werd voor heel veel sneeuw en strenge vorst namen we maatregelen. We hebben eten en klusmateriaal ingeslagen om desnoods tien dagen op het erf te kunnen blijven, dertig zakken houtpellets laten bezorgen, de buitenkraan hebben we afgekoppeld en de bouwwaterput waar de watermeter in zit volgepropt met isolatiemateriaal, de kippen in de luwte van het huis gezet en de schapen in de luwte van het bos, extra hooi in de stal zodat de schapen desnoods een paar dagen op stal kunnen, alle planten-in-potten het huis in gesleept en we vertrouwden op de hittelinten langs de waterleidingen onder de stacaravan.
En zondag werden we wakker met de beloofde sneeuwstorm. Veel storm, weinig sneeuw, vooraleerst. Wel enorm horizontale sneeuw. Nou ja, pan erwtensoep op het vuur en we zijn maar lekker verder gegaan met Operatie Isolatie. Daar word je drievoudig warm van: het is een inspannend klusje (veel boven je hoofd werken en tienduizend keer de ladder op en af), je bent bovenin het huis bezig, waar de warmte van de kachel naartoe trekt (het wordt hoog tijd voor een verdiepingsvloer!) en uiteraard blijft de warmte steeds beter hangen, naarmate er meer dak geïsoleerd wordt (we zijn intussen op ongeveer 3/4). We stonden in een T-shirtje te werken!
De schapen waren wel een beetje zielig toen ik ze naar binnen haalde, met dikke randen ijs aan hun oren en een laag sneeuw op hun vacht. En de kippen weigerden de hele dag pertinent om hun hok uit te komen.
Maandag sneeuwde het nog steeds. En hoewel het niet enorm dichte sneeuw was, is er in 36 uur toch aardig wat gevallen. Waarbij je mooi kan zien waar de harde oosterstorm werd afgeremd: daar komt de sneeuw naar beneden. In de open velden ligt maar een paar cm. Maar op luwe plekken ( zoals op ons erf) ligt de sneeuw op sommige plekken kniehoog. Op de Ratellaan zelfs sneeuwduinen tot heuphoogte!
Prachtige plaatjes. Maar toen ik na een inspannend rondje-met-het-hondje (poolexpeditie!) de afwas wilde gaan doen kwam er geen warm water meer uit de kraan.
Dus.
Overall aan, hoofdlampje op, verfföhn, verlengsnoer, diep ademhalen en op je rug in de onder-het-klompenhok-gestoven sneeuw de caravan onder glibberen. De bevriezing bleek te zitten op het punt waar de leiding omhoog buigt de stacaravan in. Daar kon ik destijds geen hittelint en isolatie aanbrengen, omdat het één grote soepzooi van leidingen is en omdat er allemaal koppelingen zitten.
Maar intussen beschikken wij over een grote voorraad prachtig flexibel isolatiemateriaal: schapenwol. Nadat de leiding was ontdooid (was gelukkig nog niet gesprongen) heb ik zoveel mogelijk schapenwol tussen en rond de leidingen gepropt en noppenfolie met ducttape en nietjes tegen de onderkant van de caravan geplakt om het op zijn plaats te houden.
Als we er aan de bovenkant (vanuit de caravan) nu ’s avonds een hete kruik op leggen is dat hopelijk voldoende om deze kwetsbare plek vorstvrij te houden. (Geen warme kruik voor mij in bed dus, maar de waterleiding is belangrijker!)
De rest van de dag heb ik weer onder de caravan heen en weer gekropen om de spleten tussen de piepschuimplaten zo goed mogelijk dicht te stoppen met een heel assortiment aan restanten isolatiemateriaal: purplaat, noppenfolie, schapenwol in plastic zakken, steenwol, vlaswol, houtwol en Gutex houtvezelplaat.
(Voor alle oplossingsgerichte mensen die nu mailtjes willen gaan sturen met “Kan je niet ‘gewoon’ de hele onderkant van de caravan dichtstoppen met isolatiemateriaal?”: nee, dat kan dus niet. Want dat oerwoud van leidingen. Echt waar. We hadden het graag gedaan. Maar je krijgt het niet dicht. Want je kunt er niet bij. Rondom zo dicht mogelijk maken is echt de beste oplossing. En de leidingen hangen ook flink aan de buitenkant dus een hele ring hooibalen rondom past ook niet. Nog los van dat die niet meer isoleren als ze nat worden en dat er altijd kieren blijven tussen de bovenkant van de baal en de onderkant van de caravan.)
Intussen schepte Joris paadjes tussen huis, stacaravan en werkplaats (die elk uur opnieuw geveegd moesten worden, pas ’s middags hield het op met sneeuwen) en toverde hij ’s avonds van een paar pallets en een stuk gaas een luxe-ren voor de kippen in het nieuwe huis. De kippen zijn nu dan maar even binnenkippen geworden. Hoeven we ons bij één set beestjes geen zorgen te maken over bevroren drinkwater.
Dat waren dag één en dag twee. Het KNMI voorspelt nog een week dalende temperaturen. We houden ons hart vast.
O ja, het toegangspad is voorlopig inderdaad niet toegankelijk, daar ligt 25 cm sneeuw op. Helemaal echt ingesneeuwd. Op zich wel spannend (en lekker rustig), maar het was net iets relaxter geweest als we al in het huis zouden wonen. Volgend jaar…