De kalkhennep muren kunnen niet zonder afwerking. Daarvoor regent het in Nederland teveel. Je hebt dan keuze tussen een afwerking met een kalkpleister of met hout. Wij kozen voor hout. Sterker, dat was vanaf het begin het uitgangspunt: een huis van donker potdekselwerk met een rood pannendak. Dat vinden we nu eenmaal mooi. (Misschien dat het feit dat Joris alle vakanties in zijn kindertijd in Zeeuws-Vlaanderen heeft doorgebracht daaraan heeft bijgedragen?)
Lange tijd was nog de vraag: wat voor afwerking geven we die potdekselplanken? Vroeger was dat teer of carboleum, dat kan natuurlijk niet meer. We hebben getwijfeld over de prachtige techniek ‘shou-sugi-ban‘, over kookverf op zetmeelbasis en over gewoon Ecoleum op lijnoliebasis (wat we ook op de werkplaats hebben gebruikt). Onze architect kwam met Xyhlo biofinish aan. En dat hebben we uiteindelijk maar gedaan.
Het bijzondere eraan is, dat het feitelijk een schimmel is, die het hout beschermt tegen andere micro-organismen. Je moet het hout 3 maanden van tevoren bestellen, want het wordt speciaal voor je ge-ent. Het is ook behoorlijk prijzig. Joris heeft daarom in juli, na het storten van de kalkhennep, PRECIES genoeg besteld. Waarschijnlijk iets te weinig, maar we dachten: ‘desnoods bestellen we dan wel een paar planken na’.
Op 21 oktober arriveerde de bestelling en op 8 november ging het eerste plankje tegen de muur!
Uiteraard was het aanbrengen van de tengels waarop de planken zijn bevestigd al een hele klus.
Eerst de kanten die zichtbaar zijn vanaf de weg. En zo zuinig mogelijk met de planken werken, niet zomaar ‘doorzagen’.
Op 22 november waren de zuidwest- en zuidoostkant bijna af! Alleen de bovenste plank nog.
Die bovenste plank is lastig. Sowieso blijft er een opening onder de dakrand. Dat is prima, dan kan de spouw goed ventileren. En wie weet gaan er vleermuizen in wonen. Gezellig. Maar je blijft het witte dampopen, luchtdichte tape zien, waarmee de kier tussen de kalkhennep en het dak is dichtgemaakt. Uiteindelijk hebben we dat maar gewoon zwart geschilderd, net als de koppen van de tengels. En de bovenste plank moet ook rond alle klossen van het dak gezaagd.
Maar: op 20 december schroefde Joris de laatste plank tegen de gevel! 2600 schroeven…
En door zo zorgvuldig te werken is dit ál het hout wat over is!
Dat is dus wat er gebeurt als grondstoffen duurder zijn dan arbeid. In de reguliere bouw is dat andersom. En daar is de verspilling gigantisch!
Alleen aan de kopse gevel ontbreekt nog één (halve) plank. Ooit komt daar nog een brede, diepe en decoratieve dakgoot. Dus die plek verdwijnt sowieso uit het zicht. Tot zo lang timmert Joris er een goedkope plank overheen, zodat het niet kan inregenen.
Ook moeten de aansluitingen rond kozijnen, deuren en ramen nog gemaakt.
Maar het ziet er prachtig uit, en het is een fijn idee dat de kalkhennep nu niet meer nat wordt en rustig kan uitharden!