Gebroken nachten en gebroken puin

Dan heb je geen kinderen en kom je er toch nog achter hoe dat voelt als je er iedere nacht uit moet voor een voeding… En dan stonden de kinderen niet eens in een wiegje naast mijn bed maar moest ik eerst een trui, een overall, sokken en laarzen aantrekken en naar de stal. Nellie vindt het namelijk prima als ik haar melk, maar weigert stil te staan als de lammetjes drinken. Het is erg belangrijk dat lammeren de eerste paar dagen voldoende ‘biest’ drinken. Daar zitten belangrijke antistoffen in, die ze nodig hebben voor het immuunsysteem. “Biest: Vlug, Vaak, Veel en Vers” leren ze op de landbouwopleiding. Dus molk ik braaf om de vier uur Nel om flesjes te voeren. Ook ’s nachts.

Na drie dagen was ik het zat. Als Nel op de melktafel stil kan staan zodat ik haar kan melken, moet dat ook kunnen als de lammetjes drinken. Intussen was de biestperiode toch afgelopen en geeft Nel ‘gewone’ melk. En het werkt. Dat maakt het leven al iets makkelijker. Maar nog niet helemaal: ik moet er nog steeds aan te pas komen om de stal open te doen en de lammetjes onder Nel te zetten.

   

Bovendien begon Nel zich aardig te vervelen in het stalletje. Dus hebben we de hele familiekudde maar verenigd. Arie en Babette moesten even wennen aan de lammetjes, maar schapen schijnen minder lelijk te doen tegen andermans lammetjes dan geiten (die kunnen vreemde lammetjes zó op de horens nemen en door de stal zwiepen).

Maar het concept ‘buiten voeden’ wil mejuffrouw nog maar niet snappen. Dus moet ik nog steeds vier keer per dag Nel ophalen uit de wei (waarbij Arie en Babette natuurlijk de kans te baat nemen om te proeven of het gras elders niet lekkerder is), met de lammetjes naar de stal brengen, op de melktafel zetten, wachten terwijl het grut zich vol lebbert en daarna de hele kudde weer in de wei proberen te krijgen. Jammer dat Aska nog altijd geen volleerde schapenhond is.

In elk geval kan ik weer doorslapen. En dat is fijn, want zaterdag hebben we weer met veel mensen veel werk verzet: bijna alle hopen puin door de puinbreker gehaald. Zwaar, lawaaiig en stoffig werk. Heel veel dank Jenny, Joop, Jos, Rob, Izie en Barbara  voor jullie spierballen! En ook heel veel dank Karali voor de catering en Marja voor het op Aska passen!

   

 

 

Lammetjes!

Nellies uier werd groter en groter. En gisteren dacht ik ‘het zou wel eens kunnen gaan gebeuren’. Vannacht heb ik haar maar in het goed schoon gemaakte lammerstalletje gezet. Om 12 uur mijn bed uit… nog niets. Maar om 4 uur hoorde ik waar ik in mijn slaap de hele nacht op lag te wachten: een kreunend schaap.

Tegen de tijd dat ik in de stal was, was er al een piepklein ooitje geboren. En even later kwam haar broertje eruit. Helaas snapt Nellie niet helemaal wat de bedoeling is, in plaats van ze schoon te likken en ze te laten drinken staat ze een beetje vreemd te kijken.

Gelukkig bood Arnaud direct een warmtelamp te leen aan. Ik had niet gedacht dat ik die in mei nog nodig zou hebben. Maar Nellie heeft (hopelijk) de laatste echt koude nacht van het jaar uitgezocht: vannacht zijn de mooi opkomende aardappelplanten tot de grond toe afgevroren en had de mais zelfs onder vliesdoek schade. De baby’s liggen nu lekker onder de warmtelamp, na allebei een paar ml biest te hebben gedronken.

Nu maar hopen dat Nellies moederinstincten wel nog op gang komen..

    

Update: Nellie is best vriendelijk naar haar kinderen, maar ze wil ze niet laten drinken. Raar beest: als ik haar melk vindt ze dat prima, ze springt zelfs enthousiast op de melktafel, maar de lammetjes aan haar uier, dat vindt ze maar een raar idee. Meestal is het andersom…

De kinderen krijgen dus genoeg te drinken, maar het moet allemaal via mij en een flesje. Voordeel is natuurlijk dat ik goed kan bijhouden hoeveel ze krijgen, dat Nellie een volleerd melkschaap wordt en dat de kinderen  heel mak worden. Maar het zorgt voor veel werk, afwas en gebroken nachten. En dat was eigenlijk niet de bedoeling.

 

Schapen scheren

De schapen stonden al weken enorm overal tegenaan te schurken als ze de kans kregen. Zelfs als ik in de wei stond werd ik als schurk-paal gebruikt. Oorzaak is waarschijnlijk de wol die door het warme weer begint los te laten. Dat jeukt.

niet te zien, maar hier schurkt Babette uitgebreid tegen een oud veedrinkbakje

Nu dacht ik dat je een hoogdrachtige ooi niet op de kont moet zetten. Maar dat bleek toch te kunnen. En voor mijn eigen overzicht (en de hygiëne)  tijdens het lammeren is het dan handiger om de wol er af te hebben.

Dus kwam vandaag Arian langs om de schapen uit hun jasje te helpen. Weliswaar is het nu juist weer koud geworden, maar dat duurt maar een paar dagen. En de schapen hebben niet zoveel last van de kou. Ze gaan dan meer eten en brengen hun stofwisseling omhoog. Binnen een paar dagen kunnen  ze zich daarmee al weer voldoende warm houden.

Wat hangt er nu boven ons hoofd?

Wát een pakken wol kwamen er af! De schapen hebben ineens veel meer ruimte in hun stalletje.

Helaas bevestigde Arian wat ik al een beetje vermoedde: Nellie zit tegen het werpen aan, maar Babette lijkt helemaal niet drachtig te zijn. Tijd voor een functioneringsgesprek met Arie?

Ze lijken wel tevreden met hun nieuwe outfit

En wat doe ik met de wol? Maandag gaat Ria uit het dorp me laten zien hoe ik moet kaarden en spinnen. Nog een klusje erbij…

 

 

Puinruimerij

De afgelopen weken hebben we geleidelijk alle muurtjes van de boerderij omgeduwd en -geslagen. Het resultaat: een grote puinhoop. En het puin wat we samen met de buren hebben gebroken lag er ook nog. Om het allemaal met kruiwagens over het pad te rijden was loodzwaar. Ik  probeerde elke dag een paar kruiwagens te doen, maar meer dan een paar lukte niet, dan vielen mijn armen er af. Dinsdag kwamen Berber en Jacob gelukkig een middagje helpen. Ze hebben het pad versterkt met ettelijke kuubs gebroken puin en het laatste muurtje wat nog overeind stond omgeduwd.

Om verder te kunnen met de afbraak van de boerderij moest het puin uit de weg. Maar het duurt nog even voor we weer een puinbreker kunnen huren (die zijn erg populair op het moment). We besloten dus eerst maar een shovel te huren. Daarmee hebben we op vrijdag en zaterdag al het losse (maar nog niet gebroken) puin getransporteerd naar hoopjes langs het pad. Zo zal het veel makkelijker worden om het straks met de puinbreker op het pad te breken.

Met de shovel manoeuvreren was nog helemaal niet zo makkelijk. Gelukkig werd Joris er snel handiger in. Het ding maakte het slopen van de laatste onderkanten van de muurtjes en de houten vloeren uit het woongedeelte ook een stuk eenvoudiger.

En toen was de boerderij echt met de grond gelijk. Dat gaf op Paaszondag de gelegenheid voor een bijzonder Paasontbijt. Zeg nou zelf: hoe vaak heb je de mogelijkheid om met Pasen buiten te ontbijten en dan ook nog op de vloer van wat ooit een boerderij was en waar je nieuwe huis gaat komen?

Volgende stap: het gebint. En dat was even puzzelen. Want het originele (grenen) gebint was deels al helemaal doorgerot en staat ook deels nog in het stukje schuur wat voorlopig overeind blijft staan. Maar het stuk waarmee het ooit verlengd was, was van eiken, dus loodzwaar en mooi. Dat wilde ik graag heel houden.

En dan moest het ook nog op zo’n manier naar beneden komen dat het niet op de stacaravan of het tijdelijke schuurtje zou komen. En ook niet de steiger wegslaan waar Joris op stond…

Het grijze is de stacaravan. Die staat deels ín de noordschuur (met zwarte planken en houthok er tegenaan) geparkeerd. Daarvóór staat de grupstal, het stukje schuur wat nog even blijft staan. En de palen van het oude gebint houden dat stukje nog overeind… hoeveel kan je veilig weghalen?

Uiteindelijk hebben we eerst de ene horizontale verbindingslegger doorgezaagd.Daarbij heeft Joris aan beide kanten er eerst een stevige plank onder geschroefd (alleen vastgeschroefd aan het deel wat nog bleef staan). De losgehaalde stukken rustten dus op die plankjes. Met een lange paal konden we de ligger er toen veilig vanaf duwen.

Daarna hebben we het staande deel met spanbanden gezekerd aan de Jonge Eik, zodat het in elk geval niet achterover kon vallen.

Daarna de andere ligger (bijna helemaal) doorgezaagd, opnieuw met een plank eronder om te voorkomen dat hij zou gaan doorhangen en het gebint naar achteren zou omtrekken.

En toen konden we het met ons tweeën vanuit een veilige positie omtrekken. Best spannend.

Daarna was het grenen gebint eigenlijk een fluitje van een cent. Dit keer vormde ik de zekering (dus daar heb ik weinig foto’s van)

Het grenen bintwerk, vol boktor en houtworm, is helaas alleen nog bruikbaar als brandhout. Maar het eiken gebint is nog prachtig! De eiken deuvels kregen we er (met enige overtuigingskracht), nog uit, zodat we het helemaal netjes konden demonteren. Deze bouwwijze maakte het vroeger mogelijk een hele boerderij relatief eenvoudig te verplaatsen. In dit geval zullen we het netjes bewaren. Ik ben al aan het broeden op de vraag hoe dit het uitgangspunt kan worden voor de stal die ooit op de plaats van de noordschuur moet komen.

Al met al een zeer welbesteed paasweekend. En wat een verschil!

Grote schoonmaak

Het is april, het is mooi weer, en dus werd Witte Donderdag de jaarlijkse Schoonmaakdag Van Het Kippenhok. Om bloedluis en andere parasieten te voorkomen doe ik dat ieder jaar in het voorjaar (behalve in 2017, toen ik er door de verhuizing geen tijd voor had – en in augustus dan ook prompt een enorme bloedluis-uitbraak kreeg).

Dat is een hele dag werk: al het losse stro en strooisel eruit, met de stofzuiger helemaal schoonmaken, al het ‘meubilair’ (zitstokken, poepplank etc.) er uit, hele hok (inclusief dak) schoonmaken met kokendheet sodawater, alle naden föhnen met een verfbrander in de hoop nog wat bloedluis dood te stomen, alles dik in de witkalk zetten en helemaal laten drogen (daarvoor moet het dus  warm en droog weer zijn, liefst met een windje).

Daarna heb ik nieuwe zitstokken en een nieuwe poep-plank gemaakt. De schroeven waarmee de zitstokken aan de wand zijn gemonteerd lopen door een oliebadje. In theorie kunnen de bloedluizen dus niet anders dan via dat oliebadje bij de kippen komen. En daar kunnen ze niet doorheen, dan lopen hun tracheeën (adembuisjes) vol. Moeten de kippen natuurlijk niet met hun veren tegen de zijkant van het hok komen. Daarvoor zitten er zijstukken op de zitplanken gemonteerd.

Al met al een hele dag knutselwerk. Maar het resultaat mag er wezen: een fris en schoon hok met gloednieuw meubilair, waar Harrie en de dames weer rustig kunnen slapen zonder ’s nachts door de kleine vampiertjes belaagd te worden. Het was ook geen dag te vroeg: in kieren en naden en op de uiteinden van de zitstokken zaten nu al korsten bloedluis. Die zouden zich in het warme weer akelig snel vermenigvuldigd hebben.

Zou het komen door de zachte winter waardoor de bloedluizen niet zijn doodgevroren? Of doordat het hok nu toch aardig vol zit en daardoor ook ’s winters relatief warm blijft? Of gewoon doordat er altijd naden en kieren zijn waar je niet goed bij kunt en waar de bloedluis zich kan handhaven? Het lijkt raadzaam om voortaan ook in oktober zo’n Kippenhok-Schoonmaakdag te gaan houden. En er schijnt één of ander wondermiddel te bestaan wat diatomeeënaarde heet en waar de mijten niet tegen kunnen. Misschien ga ik dat ook maar eens proberen.