Stal!

Het is niet dat er niets gebeurt. En gebeurt juist van alles. Teveel om op te schrijven. En omdat ik momenteel al meer uren dan me lief is achter de computer doorbreng doe ik dat dus ook niet. Tot zover de verklaring voor het haperende blog. Na 1 april houdt het kantoorwerk weer even op en ik beloof dat ik mijn leven dan zal beteren en leuke blogjes zal schrijven over het kweken van tomaten en chayote, het betimmeren van de zolder en de nieuwste lammetjes.

Maar. Nu is er weer dringend aanleiding voor een blogje. Want we hebben hulp nodig! Het gebint voor de nieuwe stal is namelijk gearriveerd. En dat willen we zelf (liefst met een beetje hulp dus) gaan plaatsen.

Eigenlijk hadden we die stal al lang willen hebben. Nu slapen de ooien ’s nachts in het steeds krakkemikkiger wordende hoekje van de boerderij dat we hebben laten staan en dat eigenlijk de benaming ‘stal’ niet meer waardig is. En de rammen in het ‘noodhospitaal’ in het achterhuis, van waaruit zich een steeds pregnantere ammoniaklucht door ons o zo luchtdichte huis begint te verspreiden. De vraaggestuurde ventilatie-unit draait overuren. Aan de positieve kant: de warmte-afgifte van de dieren zorgt ervoor dat het achterhuis (onze buffer tegen koude noordoostenwind) lekker op temperatuur blijft.

Maar de afgelopen maanden gaat de tijd telkens sneller dan dat er werk uit onze handen komt, en bovendien is er altijd meer werk dan onze handen aan kunnen. En dus ligt de plek waar de stal moet komen er nog vrijwel hetzelfde bij als in oktober, toen we de noordschuur net hadden afgebroken.

We hadden al wel uitgedacht hoe de constructie precies moest worden en opdracht gegeven voor het gebint. Maar toen moesten we nog de fundering ontwerpen. En daar kwamen we niet helemaal uit, dus dat heeft even geduurd. Wat prima was, want dat gebint had ook even levertijd. Maar sinds gisteren ligt het klaar op de parkeerplaats en moeten we dus ècht aan de slag!

Intussen hebben we een plan voor de fundering, en dat gaan we 12 en 13 februari uitvoeren. 14 februari komen er weer studenten boompjes planten, dus dan zijn we even met iets anders bezig. Maar die donderdag en vrijdag gaan we het gebint in elkaar zetten en zaterdag 17 februari gaan we het – met hulp van de kraanmachinist – plaatsen. En daar kunnen we wel wat handjes bij gebruiken!

Het zal niet zozeer zwaar tillen zijn (daar is die kraanmachinist voor, en we hebben de trekker ook nog). Maar het is handig om veel handen te hebben om balken in de juiste positie te manoeuvreren. En er is iemand nodig die bekijkt welke balken bij elkaar horen (maak je geen zorgen, ze zijn genummerd en er is een duidelijke bouwtekening, waar Joris hard op aan het studeren is.)

Al met al kunnen we wel een persoon of drie, vier gebruiken. Wie heeft er zin om eens iets echt spectaculairs te doen?

Mocht je nou niet kunnen op 17 februari; te zijner tijd moeten er ook nog dakpannen op de stal, en dat zal ook een werkje zijn waar helpende handjes zeer welkom bij zijn!

Winterwensen

Komt er eindelijk een eind aan alle drukte, word ik – toch nog! – te pakken genomen door Covid! Dus van half december t/m kerst moest ik gedwongen rust houden, in plaats van dat ik eindelijk de klussenlijst te lijf kon gaan (te beginnen met het planten van 500 boompjes).

Maar in zulke gevallen geldt: als de nood het hoogst is, is redding nabij. Out of the blue belde Jochem op, met de mededeling dat hij nog een klas vol studenten bos- en natuurbeheer heeft, die een praktijkopdracht zoeken. Hoera!

We wensen iedereen een comfortabel, gezond en groen 2024!

Bomen planten: hulp gevraagd!

Ieder jaar plant ik ’s winters bomen. Soms wat meer, soms wat minder. Intussen weet ik dat in een droge zomer jonge aanplant op mijn land het heel moeilijk krijgt. En dat de aanplant dus met wat meer zorg en aandacht moet gebeuren dan ik aanvankelijk dacht.

‘Bosplantsoen’ (kleine zaailingen van één of twee jaar oud) zet je normaal heel simpel in de grond. Schep in de grond, boompje in de grond, aandrukken, klaar./ Maar als ik wil dat ze goed aanslaan, ook als de zomer weer droog uitvalt, moet ik voorzorgen nemen:

  • een wat ruimer plantgat graven;
  • het plantgat verrijken met een mengsel van leem en mestcompost;
  • de wortels ‘enten’ met mycorrhizasporen;
  • rondom afdekken met een dikke laag plantaardige mulch.

Dat betekent dus veel meer heen en weer geloop met kruiwagens met leem, compost en mulchmateriaal.

Dit jaar staan er maar liefst 500 boompjes op het programma. DFe provincie Friesland had een project ‘Beammen Foar Elkenien‘. Ik kon gratis zoveel bomen krijgen als ik maar wilde.

Intussen is het plan voor de inrichting van het land af. Bor Borren heeft uitgebreid meegedacht over hoe we een goed systeem kunnen opzetten, uitgaande van principes van de permacultuur. Met agroforestry, een voedselbos, meer schaduw voor de schapen en op het hoge stuk veel bomen, om meer koolstof vast te houden.

Het hele plan in één keer planten lukt natuurlijk niet. We gaan dat langzaam ontwikkelen.

Dus nu moeten de komende weken de eerste 500 bomen in de grond! De dames van Vereniging Voedselbossen Drenthe kwamen al helpen. Maar door alle zorg en aandacht die we aan de bomen moeten besteden gaat het langzaam. Met ons vieren hebben we in twee uur maar 20 bomen kunnen planten.

Dus: wie komt er helpen planten in de kerstvakantie?

Najaarsklussen binnen en buiten

Ik heb nog nooit zo’n druk najaar meegemaakt. Toen half november eindelijk de blauwtong bedwongen was en de schapen geen extra zorg meer vereisten werd het hoog tijd voor de gebruikelijke najaarsklussen. Het helofytenfilter maaien, de mesthopen keren zodat ik de stal kan uitmesten, de bladeren van het pad vegen zodat ze niet tot een glibberige humuslaag verworden, bomen planten en verplanten en meer van die klussen die je niet eindeloos kunt uitstellen.

Maar het weer zat niet mee, het heeft bijna de hele maand november geregend en daarna ging het sneeuwen. En ik moest ook nog regelmatig op pad voor werk. Nu (half december) liggen er dus nog heel veel klussen die al lang hadden moeten gebeuren.

Intussen geven de herstelde schapen weer heel veel melk. Mijn verwachting was dat ze in de winter op een heel laag pitje zouden doorproduceren en dat de melkgift in het voorjaar weer zou toenemen. Zo ging het de vorige keer dat ik Babette heb ‘duurgemolken’ (gewoon doorgaan met melken en niet opnieuw laten dekken). Maar intussen heb ik half december al weer 3 á 4 liter melk per dag van Sandra, Babette en Nel. De kelder ligt vol kaas en ik kon een mooie kaasplank bijdragen aan de kerstborrel op het werk.

Binnen hebben we ook niet stilgezeten. Ik heb eindelijk de muur rond de openslaande deuren van de keuken gestuukt. Dat was nog niet gebeurd, omdat het gebint was gaan werken en de deuren dichtklemde. Van de zomer heeft Joris dat (met veel moeite) opgelost.

Naarmate we meer gesetteld zijn in het huis grijpt het stuken meer in in het dagelijks leven. Het was dus een hele klus. Eerst de kalkhennep rond de ramen rond zagen. Om daarbij het ergste stof weg te houden uit ons leefgebied had ik de halve keuken zorgvuldig afgeplakt met beschermfolie. Daarna ettelijke rondes met hechtleem, basisleem en finishleem. En tussendoor telkens een week drogen. En het hele huis stofzuigen en dweilen, want op de één of andere manier komt de leem overal!

Maar ik ben erg tevreden over het resultaat: de muren worden steeds gladder en de rondingen worden steeds mooier. Maar ja, nu contrasteren de eerder gestuukte muren weer zo. Allemaal weer overdoen? Daar heb ik niet zo’n zin in…

Joris heeft een ander project aangepakt: van de eiken planken die we in 2020 hebben laten zagen heeft hij vensterbanken gemaakt in de woonkamer en keuken. Heel veel werk om het precies pas te krijgen, en ook dit is natuurlijk iets wat we eigenlijk vóór het stuken hadden moeten doen. Maar wat ziet het er mooi uit!

Met dat alles stond het blog even op een laag pitje.

Blauwtong (4) en andere beestjesperikelen

Vanaf 20 oktober zaten alle schapen weer in de opgaande lijn. Alleen Lisa en Bruno liepen nog kreupel. En dat werd eerder slechter dan beter. Het bleek dat de ontstekingen in de slijmvliezen bij de hoeven had geleid tot een secundaire infectie. Aan de antibiotica dus. Zo leerde ik ook nog spuitjes ‘in de spier’ zetten.

Bruno was na één antibioticakuur weer fit, maar Lisa heeft er twee nodig gehad. En ze hinkt nog steeds een beetje, maar loopt wel weer met de kudde mee. Pfff, dat was dan de blauwtong voor dit jaar. En hoe het volgend jaar gaat?

Toen de dierenarts er was heeft hij ook Amanda, Lisa en Pippi gescand op drachtigheid. Maar in de twee weken dat ze bij Bruno hebben gelopen lijkt alleen Amanda gedekt te zijn. Dat betekent dus enkel twee lammetjes begin maart en verder niet.

Nou ja, dat is ook wel goed, want de bouw van de nieuwe stal loopt wat vertraging op. En de wolven hebben De Hoeve ontdekt, dus de schapen moeten echt ’s nachts op stal. Omdat ze intussen met hun tienen zijn passen ze niet allemaal in het oude stalletje. Het ‘noodhospitaal’ in het achterhuis (het ‘toekomstige gastenverblijf’) is nu dus ook nachtstalling voor de jongens en voor Amanda.

De schapen en het voer die daar liggen opgeslagen hebben er overigens wel voor gezorgd dat er nu muizen in het achterhuis zitten. Het blijft tobben…